Filmliga
(1927-1931)– [tijdschrift] Filmliga– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIIIToen wij onze eerste matinée gegeven hadden, zijn er menschen naar ons toe gekomen met het bezwaar, dat dit programma in niets afweek van de gewone bioskoop. Toen wij onze tweede matinée gegeven hadden, zijn er menschen naar ons toegekomen met het bezwaar, dat dit programma te veel afweek van de gewone bioskoop. Ziedaar een tegenstelling in de publieke opinie, die zich niet alleen in Amsterdam, maar ook de landelijke afdeelingen heeft voorgedaan. Hoe langer hoe meer blijken wij rekening te moeten houden met twee partijen onder het publiek der Liga, waartusschen moeilijk overeenstemming te bereiken zal zijn. En hoe zeer ook de Liga, blijkens alle verschenen plaatselijke manifesten en blijkens haar standpunt, in dit blad ingenomen, den nadruk wenscht te leggen op het (uit de overtuiging eener filmkunst geboren) experimenteele karakter der films, die zij wenscht op te voeren, zal zij toch die andere meening, die naast of vóór het experiment de betere speelfilm verwacht, geenszins mogen onderschatten. In het algemeen moeten wij echter op het volgende nogmaals de aandacht vestigen: de Liga vecht voor de film, omdat zij in de film gelooft. Het is onze overtuiging, dat in een zoo jonge en zelfs in haar meest elementaire grondslagen nog onvaste kunst als de film het experiment steeds meer waarde heeft dan het resultaat. Vóór alles zal ons in elke nieuwe film het meest interesseeren de vooruitgang op de vorige. In den chaos der productie heeft elke film met nieuwe intenties tenslotte meer waarde dan de film, die op het oogenblik ontroert, maar waarover wij na verloop van tijd even hartelijk zullen lachen als de doofstomme opera van twintig jaar geleden of zelfs de destijds zoo superieur geachte Duitsche productie van voor weinige jaren. Het ligt niet in onze bedoeling om een superprogramma van ‘mooie’ films, een bioskoop der bioskopen te geven. Ons bestaansrecht en ook onze bestaansmogelijkheid ligt in de studieclub en het laboratorium-onderzoek: de intensieve belangstelling voor die eindelooze terra incognita der film-mogelijkheden. Wij verdedigen niet wat wij brengen, wij brengen het, omdat het op Uw interesse aanspraak mag maken. Maar ter andere zijde achten wij dat experiment, dat meer dan een geïnteresseerde emotie, een werkelijke ontroering te weeg brengt, vanzelf sprekend het meest geslaagd. En wij zijn overtuigd, dat wij zulke films - met name in de Russische productie, die daarin naar onze overtuiging de wereld het verst vooruit is - kunnen opvoeren, die den brug over beide partijen zullen slaan. En naast een uitdrukkelijke verwijzing naar de z.g. secundaire reeks Liga-programma's | |
[pagina 80]
| |
[2]
waarvan in het vorige artikel sprake was, zullen wij zeer zeker ook op onze gewone programma's de normale, goede speelfilm niet verwaarloozen, al ware het slechts als rustpunt of als paedagogisch intermezzo. Voor het overige achten wij den cyclus-vorm van onze programma's de beste borg voor hare veelzijdigheid, gelijk reeds de overgang van de eerste naar de tweede matinée bewees. | |
IVNiet alleen in, maar ook rondom de Liga raken bij een verscherping der conflicten de partijen verdeeld. Nu wij van een in theorie met instemstemming begroet principe een verschijnsel zijn geworden, dat reeds vrij algemeen met het bloote oog kan worden waargenomen, merken wij op eenige punten verzet, tegenwerking, een enkele maal ook verdachtmaking, welke naar het ons voorkomt, niet van toevalligen, maar van principiëelen aard moet zijn. Wij zien dit niet te zwaar in, wij zijn paraat voor elken tegenstand, en om een zeker soort tegenstand - die der inerte bioscoopmassa - is het ons zelfs te doen. De vele keeren, dat wij op verheugende en verrassende wijze steun ondervinden, behoeven wij bovendien niet met zooveel woorden te vermelden. Maar wij protesteeren scherp tegen het gif der antithese, dat elke cultureele opleving in Nederland in den kiem verscheurt. Wij protesteeren tegen die pers, die ons nog steeds in het stupide en onwaardige kader der Vrijdagavond- of Zondagmorgen-‘critieken’ wil afdoen, wij protesteeren sterker nog tegen de houding van een partij-pers, die weigert op een bespreking in te gaan, omdat onze films scabreus zouden zijn, of omdat wij neutraal staan tegenover de vraagstukken van religie en klassenstrijd. Onze z.g. exclusiviteit wordt niet bepaald door onze persoonlijke overtuiging, maar omgekeerd, door het grootst mogelijke quantum publiek, dat met ons bereid is, voor de goede film in den ruimsten zin te vechten. Men zou kunnen zeggen, dat wij ontstaan zijn, waar de grootst gemeene deeler van het intellect en het kleinst gemeene veelvoud van de massa elkaar raken. Een verbreeding van deze basis wordt door ons intensief verlangd en nagestreefd. Ter andere zijde moeten wij protesteeren tegen de houding van een deel van het bedrijf en haar pers, die in ons nog steeds iets anders wil zien dan een volkomen onafhankelijke organisatie van het critisch publiek. Onze moeilijke en in elk zakelijk systeem uitteraard onpractische organisatie-vorm dwingt ons om steeds nieuwe exploitatie-mogelijkheden te zoeken. Waar wij, uitgaande van ons publiek, de beste voortbrengselen van het bedrijf propageeren bij dat publiek, dat alleen maar. de voorhoede en niet een dwaas-exclusieve tegenpool is van het groote publiek der bioskopen, meenden wij van de zijde van het bedrijf meer en vooral meer onverdachte medewerking te mogen verwachten dan tot dusverre wel eens het geval was. Tenslotte richten wij ons nog eenmaal tot het publiek der Liga zelf. Nu Den Haag eindelijk over de brug gekomen is, nu Leiden's ontzet misschien spoedig verwacht mag worden, wordt onze kring ruimer en zal de verdeeldheid van meeningen, in bovenstaande paragraaf aangeduid, om zich heen grijpen. Wij zullen nauwlettend het collectieve ideaal, dat dit publiek tot de film brengt, trachten op te sporen en daarnaar onze programma's inrichten. Drukt dus niet op grond van één enkele voorstelling een etiquet op de Liga, dat haar niet toekomt. Formuleert U wenschen, vraagt om inlichtingen, leert de film zien. Ten opzichte van de film zijt Gij een publiek, dat zich verzet en dat gelooft. Gij zijt het publiek, dat wij achter ons moeten hebben als wij ons oproer beginnen tegen de film als kermis-amusement, de film zonder geloof, zonder durf en zonder idealen. Een oproer, waarvan wij gaarne de belhamels zijn. |
|