Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen
(1794)–Anoniem Evangelische visnet, : bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische Triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen, Het– AuteursrechtvrijStem: Het was 'er een oolyke Schakelaar.O Groot geheim van het nieuwe verbond,
Wel waardig om altijd te gedenken,
Wie zal met hart, met pen, of met de mond
Verhalen, wat den Heer ons komt schenken.
2. o Groote liefde die d'Heer ons bewijst,
Dit word op aarden bij ons ondervonden,
Dat Moeder met zog haar kindeken spyst,
Gij zelfs (spijst der ziel) ontfangt ons monden.
4. Indien gy gaaft niet als maar zimpel brood,
Zo als gelooven nieuw de Hugenoten;
Met Manna der Ioden dat was dan wel zo groot,
Want dat kwam boven van den Hemel vloten.
| |
[pagina 199]
| |
4. En daalden neder op het aardse land:
Het Nagtmaal brood bereid door bakkers handen,
Der Ioden Manna God van den Hemel zond,
Gods geest zijn Kerk vereerd' door eendragts banden.
5. G'ontbond aan ons aldus de schriftuure,
Figuur moet minder dan de waarheid wezen,
Maar als men luistert na de nieuwe kuur,
Figuur moest boven waarheid zyn geprezen.
6. Het manna door d'Engelen toebereid,
Voldeed een ijders lust en eigen smaken.
Die waardig dit brood eet zal worden ingeleid,
Hier naarmaals zal hij in den hemel raken.
7. Het brood dat ik geven zal is mijn vlees:
Voor 's werelds leven, zo wy hier lezen.
ô Brood ons hier tog van zonden genees,
Laat u ontfangst ons niet tot oordeel wezen.
8. Uw' Vaders die aten in de woestijn
Het Manna, en zij zijn gestorven;
Maar wie dit brood eet die zal zeker zyn,
Dat hij zal eeuwig leven onbedorven.
9. Eet niet van dit brood of het eerst aanbid
d'Ouders ons dit eenpaarig leeren.
Dit is Gods Kerk haar regte oogwit,
Waar in Gods geest voorzit te regeeren.
10. Voor die dit brood eeten is 't verschil zeer groot,
De dood voor kwaden, en voor goeden 't leven.
| |
[pagina 200]
| |
Omwaardig te eeten van dit Hemels Brood
o Heere Iesu wild aan ons tog geven.
Niet leedig. |
|