Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

[p. 168]

Op de twede Zond. an Paasschen Ioan. 10.

Stem: {Rozemond die lag gedoken.
{Catharina wild hier kiezen.
{'t Muisje in de val getogen.
{Philis kwam Philander tegen.

Ik ben een zeer goeden Herder
Spreekt God van mijn Schapen al:
Om te hoeden eer zij verder
Dwalen van mijn Schapen stal;
Een goed' Herder 't leven steld,
Voor zijn Schapen in het veld.

Maar een huurling gaat bezwijken,

Die geen regten Herder is,
Komt den wolf hy gaat stryken,
Want hij veel benarder is,
En zeer weinig zorge draagt;
d'Herder trouw zijn leven waagt.

Den wolf die verstrooit de Schapen,

Van den Huurling met geweld,
Dat niet zyn by een te rapen;
Want veel worden neer geveld,
Of van den wolf weggehaalt,
En de gantsche kudde dwaalt.

Maar de mijn, mijn stemme hooren,

Ik een goede Herder ben,
En ik laatze niet verloren,
Al die ik de mijne ken,
'k Ken den Vader, Hy kend myn,
En al die de myne zyn.

Ik heb nog meer ander Schapen,

Die niet zyn van dezen stal,
Die zal ik hier meed' bij rapen,

[p. 169]

 

Brengen bij dit meer getal,

 

Dan zal het een Schaapstal zyn,

 

Ik een Harder van de myn.

 

Ik bid u myn goeden Harder,

 

Leid mij mede in u Stal,

 

Laat myn zinnen niet verwarder

 

Doolen, gints en overal,

 

Bestier my in mijn gemoed,

 

Ik stelt my in uw behoed.