Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

[p. 111]

Op den Zondag Septuagesima. Matt. 20.

Stem: {Rosemond die lag gedoken.
{Catharina wild kiezen.
{'t Muisje in de val getogen.

Iesus sprak met klare woorden,
't Rijk der Heem'len is gelijk,
Een Heer die veel goeds behoorden,
En ook was van Landen rijk,
Die Arbeiders huurt voor geld,
Om te werken in het veld.

Vyfderlei heeft hij gaan huuren,

d'Eerste voor bedongen loon:
Ten drie, zes, ten negen uuren,
t'Elven word niet min geboon,
Geefze 's avonds even veel,
De laast' krijgt geen minder deel;

Dit heeft d'eerste zeer gespeten,

Hy sprak Meester wat is dat:
Wij die gantsch den dag versleten,
In veel arbeids, moet en mat,
Worden neffens haar betaald,
Die op 't laatste zyn gehaald,

Den Landheer sprak, wat is 't zeggen

Gij hebt dat gij hebben moet,
Ik wil dees als u toeleggen,
Zyt gij kwaad om dat ik goed,
Aan dees laatsten nu doen wil.
Daar is 't uw en zwygt nu stil.

Dus zo zullen, sprak den Heere,

De laatste voor de eerste gaan,
Als zy haar te regt bekeere,

[p. 112]

 

Eer zy voor Gods oordeel staan;

 

Want veel zullen voor Gods aanschyn

 

Hier namaals niet waardig zyn.