Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CLXXVI. In oorlog. 1. Zie erbarmend op ons neêr! Om erbarming, God en Heer! Om erbarming smeeken wij. Heer! wie is een God als Gij, Wie een God, zoo goed, zoo groot? Hoor ons, red ons uit den nood! Overal dreigt zwaard en dood. 2. D'oorlogsvlam stijgt in de lucht, Vrede, vreugd en zegen vlugt: 't Krijgsheir stroomt aan alle kant, Als een zondvloed, over 't land, Alles smijt het in zijn vaart, Als een hagelstorm, ter aard; Bloed en dood begeert zijn zwaard. 3. Ach! daar onregt en geweld Ook den besten krijg verzelt, Wie, o God! wie siddert niet, Als hij aan all' oorden ziet, Dat ook ware heldenmoed Straks uit heete wraakzucht woedt! Wat vergiet hij? broederbloed! [pagina 316] [p. 316] 4. Zien wij al die gruwlen aan, Siddrend moeten wij vergaan! Om erbarming smeeken wij: Een erbarmend God zijt Gij! Och! gedenk niet aan de schuld, Die ons hart met schrik vervult: Red ons spoedig! schenk geduld! 5. Allen, volk en overheên, Dringen tot U met gebeên: Wat is onze zwakke magt Tegen uw geduchte kracht? Zoo Gij in 't gerigt wilt gaan, Ach! hoe zouden wij bestaan? Wij vergaan! ach! wij vergaan! 6. Jezus Christus! met het bloed, Dat voor snoode zondaars boet, Treedt G' uit loutre menschenmin Voor hun bij den Vader in: Wees daar onze Voorspraak, Gij! Om erbarming smeeken wij; Och! om redding smeeken wij. 7. Schenk ons uwen Geest, wiens kracht 't Hardst gemoed als was verzacht, Van den vijand broedren maakt, In wier hart de liefde blaakt; Zend dien Geest ons van omhoog! Allen slaan wij 't schreijend oog Smeekend tot U naar omhoog! [pagina 317] [p. 317] 8. Gij, almagtig' God! wiens wil Tot de stormen spreekt: weest stil! Spreek nu ook op onze beê Tot het zwaard: keer in de scheê! Spreek nu tot de tweedragt: wijk! Weer het oorlog uit uw Rijk! Want de wereld is uw Rijk. 9. 't Menschdom om die gunst verheugd Looft dan uwen naam vol vreugd; Met de harpen in de hand Dankt U 't volk van ieder land. Hoor ons! hoor ons! smeeken wij; Een ontfermend God zijt Gij! Och! om vrede smeeken wij. Vorige Volgende