Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 287] [p. 287] CLVIII. Het laatste oordeel. 1. O Jezus! dat ik nooit vergeet, Dat G' over alles, wat ik deed, Hier na de Regter eens zult wezen; Opdat ik hier, bij elken pligt, Bij ieder werk, door mij verzigt, Uw uitspraak afwacht' zonder vreezen. En juich', daar ik uw toekomst eer: Kom, Jezus! ja kom haastig, Heer! 2. O dag van schrik en heerlijkheid! Als voor uw' glans en majesteit De glans der zonnen zal verdwijnen, De dood U als verwinnaar eert, Het stof ten leven wederkeert, Gij op de wolken zult verschijnen; Als aard en hemel voor U vliedt, En al wat leeft, U hulde biedt! 3. Hoe tilt, hoe beeft op dat gezigt, Wie willens blind voor 't godlijk licht, Dat ieder een' in de oogen stroomde, Uw roepstem smaadd', uw bloed vertrad, En, waar 't geweten prikkels had, Zich alles gaarn' als fabel droomde. Hij ziet U, ijst, gilt uit: 'Hij is 't!' Hij voelt zijn eeuwig lot beslist. 4. Maar wie, o God! zal daar bestaan, Daar hier zelfs onze beste daân, [pagina 288] [p. 288] Getoetst aan onzen pligt, bezweken? Wie zal bestaan, waar 't heiligst regt Het lot van groot en klein beslecht, En waarheid 't vonnis uit zal spreken, Terwijl 't geweten voor 't heelal 't Regtvaardig vonnis staven zal? 5. Hij, die, daar hem zijn deugd begeeft, Zijn' Midlaar in zijn' Regter heeft, Tot wien 't geloof hem had gedreven, En sints zijn vreugd en wellust vond, Om, naar de leer uit Jezus mond, Hier dankbaar voor zijn' God te leven, Hij ziet gerust het oordeel aan; Gods waarheid doet hem veilig staan. 6. Wie beev', hij beeft niet voor 't gerigt, Hij wandeld' in het godlijk licht; En, sloeg 't bederf hem duizend wonden, Hij weet, hij voelt in zijn gemoed, Hem reinigt Jezus Christus bloed, Het reinigt hem van alle zonden: Geen vonnis baart hem vrees of smart; Hij heeft de vrijspraak in zijn hart. 7. Mijn Heiland! dat uw toekomst mij Tot troost in mijne loopbaan zij, Tot baak en rigtsnoer van mijn' handel, Ter noordstar, die mij veilig leidt Op mijne reis naar d' eeuwigheid; Opdat ik als een wijze wandel', En juich', daar ik uw toekomst eer: Kom, Jezus! ja, kom haastig, Heer! Vorige Volgende