Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CLIV. Uitbreiding der kerk. 1. Op, nu op, het hart van boven! 't Is de dag van zaligheid; Alles noopt ons God te loven Voor het licht, dat Hij verspreidt, Daar men in den ouden dag Alles slechts door neevlen zag. 2. Maakte God, in vroeger jaren, Jakob slechts zijn woord bekend; Nu wil Hij zich openbaren, Zelfs tot 's werelds uiterst end: 't Heuglijk Evangeliewoord Wordt van volk tot volk gehoord. 3. Zij, die nooit van Jezus hoorden, Heidnen blind en woest van aard, Ver in 't Zuiden, ver in 't Noorden, Worden tot Gods Kerk vergaârd: Neger, Moor en Indiaan Bidden ook den Heiland aan. [pagina 282] [p. 282] 4. Goddelijke liefdekoorden Trekken hen naar Jezus heen, Maken uit verschillend' oorden, Wie z' ook zijn, hen met ons een, Een in Heer, geloof en doop, Een in keuze, liefd' en hoop. 5. Nieuwe broeders, Jezus leden! Ja, wij zijn nu lotgemeen; Smelten w' onze smeekgebeden Voor elkaâr dan ook in een, Een in wensch, in hart en zin: Bij 't geloof voegt broedermin. Vorige Volgende