Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden
(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij
[pagina 271]
| |
Dat ook de mensch zijn grootheid zing',
Daar Hij het rijksbewind ontving,
En glorierijk aanvaardde:
Hij, schoon geen sterflijk oog Hem ziet,
Is 't voorwerp van 't vereenigd lied
Van hemel en van aarde.
2.
Wij buigen ons ootmoedig neêr
Voor U, gezalfde Vorst en Heer!
Elk juich', de Koning leve!
Dat uw genadeheerschappij
Al d'eeuwen door gezegend zij,
En heil aan 's aardrijk geve:
Och! dat de klank van 's Konings woord
Bij alle volken werd' gehoord,
En elk zijn beeldnis drage.
Wij, eeuwig aan uw' dienst gewijd,
Verlangen biddend naar dien tijd;
Och! dat die heileeuw dage.
3.
Ons hart, dat zich op U verlaat,
Schroomt geen vervolging, hoon of smaad,
Wij kunnen rustig zingen:
Nu Gij regeert, is alles wel,
De zonde, wereld, dood en hel
Zijn uw verwonnelingen.
Wij wachten 't heil door U beleefd.
Wij zijn uw leden, Gij ons Hoofd,
Gij zult ons nooit begeven;
Gij hebt den hemel ons bereid,
Waar wij mee U in heerlijkheid
Ook eeuwig zullen leven.
|
|