Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden

[p. 247]

CXXXI. Geduld naar Jezus voorbeeld.

1.

Wat bitter zielverdriet

O Jezus! leedt Gij niet;

Wat angsten, pijnen, slagen,

Wat smart aan 't kruis, wat spot

Hebt Gij, o Zoon van God!

Niet met geduld verdragen!

2.

Dat dulden in uw smart

Stilt in ons zwellend hart

De drift, die los wou breken;

Daar zelfs de Heiland zweeg,

Hoe hoog het lijden steeg,

Past mij daar ooit het spreken?

3.

Laat mij, o Heer! altijd,

Maar meest in zwaren strijd,

Op U in 't lijden staren!

Dat zal in mijn gemoed,

Hoe zeer ook 't onregt woed',

Het stil geduld bewaren.

4.

Dan dulden w' allen haat,

Al wordt met schand' en smaad

Zelfs onze trouw vergolden;

Al word ik onverdiend,

Zelfs van mijn' oudsten vriend,

Gelasterd en gescholden.

[p. 248]

 

5.

 

Dan draag ik allen last,

 

Dien G' op mijn schouders past,

 

Hoe zwaar die vall' te dragen;

 

Dan zal ik in mijn' nood,

 

Al duurde die tot mijn' dood,

 

Niet morren, zelfs niet klagen.

 

 

 

6.

 

Dan drink ik met geduld,

 

Den kelk, dien Gij mij vult,

 

Gij zult dien heilzaam maken,

 

En mij, hoe wrang hij vall',

 

Hoe zeer doormengd met gal,

 

Uw liefd' er in doen smaken.