Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden
(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij
[pagina 21]
| |
Neen! alles aan God dank te weten
Zij steeds mijn pligt, mijn werk, mijn lied!
De Heer heeft nimmer mij vergeten;
Vergeet, mijn ziel' den Heer ook niet!
2.
Wie wou mij wonderbaar bereiden?
Die God, die mij niet noodig heeft.
Wie wou mij zoo geduldig leiden?
Hij, wien mijn hart zoo vaak weêrstreeft.
Wie sterkt in mijn gemoed den vrede,
Wie schoort mijn' geest met nieuwe kracht,
Wie deelt mij zoo veel zegen mede?
Is 't niet zijn arm, zoo sterk van magt?
3.
Sla 't oog, mijn ziel' op 't ander leven,
Uw toegewezen erfenis,
Waar gij, met heerlijkheid omgeven,
God eeuwig ziet, gelijk Hij is.
Die hoop mag u met regt verblijden,
't Is u ten duren prijs gekocht:
Want daarom moest de Christus lijden,
Opdat gij zalig worden mogt.
4.
En dezen God zou ik niet eeren,
Ik zou zijn goedheid niet verstaan?
Hij zou mij raden, ik niet leeren?
Den weg, dien Hij mij wijst, niet gaan?
Zijn wil bestier' mijn hart en zinnen,
Zijn woord blijv' mij bestendig bij,
God moet ik boven alles missen,
En mijnen naasten, zoo als mij.
| |
[pagina 22]
| |
5.
Dit is mijn dank, dit zijn behagen,
Ik moet volkomen zijn als Hij;
Mag ik mij naar dit doel gedragen,
Dan prijkt zijn heerlijk beeld in mij:
Leeft zijne liefd' in mijne ziele,
Zij leert mij doen, wat Hij gebiedt,
En schoon ik vaak uit zwakheid viele,
Toch heerscht in mij de zonde niet.
6.
Dat uwe zorg en trouwe hoede,
Mijn God! mij steeds voor oogen zij!
Die sterke mij gestaâg in 't goede,
Dat ik U heel mijn leven wij'!
Die leide mij in blijde dagen,
Die trooste mij in tijd van nood,
En leer' mij zonder schrik verdragen
Het aaklig denkbeeld van den dood!
|
|