Erts. Letterkundig jaarboek. Jaargang 4(1930)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Richard Minne: Onoplettendheid gestraft O tak die uitgebloed, die zwart en zonder goed, zoo verre van den stam, vóór 't venster wiegen kwam, welk woord had gij te spreken? Van al het hemellicht dat mij werd toegericht hebt ge iedren straal bestreken, en 'k heb, vergeef me, uw taal gehoord noch afgekeken. Waarom ik hier nu zit en zweetend, zwart op wit, dat 't kruimelt en dat 't kriept, de reke die ge schiept tot een taai vers te breken. Richard Minne: Moe De zonne zinkt. Een sterre zoekt. Een zon die hinkt wordt opgedoekt. 't Moet wel, 't is wet. Maar vóór te gaan, heeft ze in een raam, de zon, haar ziel te koop gezet. Vorige Volgende