Inleiding
DIT BOEK wil niets anders zijn, dan een jaarlijksche keuze uit onze levende litteratuur. Geen bloemlezing, daar het slechts werk bevat, en voor het overgroote deel werk, dat nimmer ergens werd gepubliceerd, van een zestigtal jonge schrijvers, aan wie zelf de keuze uit hun jaarlijkschen oogst werd overgelaten.
Onze levende litteratuur, d.w.z. onklassiek naar den tijd, daar dit werk onmiddellijk voortkomt uit de werkplaats van den schrijver, hem teekenend in zijn laatste aspect, zoodat slechts een vergelijking der Erts-almanakken onderling eenig houvast geeft voor een meer positieve waardeering.
Zoo er in de inleidingen der Erts-almanakken voor 1926 en 1927 - in 1928 is hij niet verschenen - nog sprake mocht zijn van ‘stroomingen’ onder de z.g. ‘jongeren’, welke haar afspiegeling vonden in soms min of meer aggressief tegenover elkaar gestelde tijdschriften, - voor den Erts-almanak 1929 meenen wij er met nadruk op te moeten wijzen, dat de keuze door de redactie, zoowel als het eventueel nader overleg met den schrijver, uitsluitend is geschied naar de individueele prestaties. Het ‘sine ira et studio’ der eerste almanakken kan thans gevoegelijk vervallen. Deze keuze is niet beperkt tot de tijdschriften der jongeren, ‘De Vrije Bladen’ en ‘De Gemeenschap’, vermeerderd met degenen, die hun werk plegen bekend te maken op de eere-tribunes van ‘De Gids’ en ‘De Stem’. Maar de redactie heeft geen moeite nagelaten om, waar dan ook, naar werk te speuren, waarin zij accenten van nieuwheid of vernieuwing verwachtte te vinden. Stellig behoorde de derhalve zeer bewust gedane keuze der medewerkers tot de moeilijkste taak der redactie. Zij constateert daarnaast met voldoening, dat nader overleg met de inzenders zelden noodig was, en tevens, dat er nagenoeg algemeen aan den oproep der redactie is gehoor gegeven. Zij vleit zich daardoor, met dezen Erts 1929 een vrijwel volledig beeld te geven van den stand der huidige litteratuur in Nederland. Of deze stand gunstig of ongunstig mag heeten, laat zij aan Uw oordeel over.
Dat er naast het feit, dat zorgvuldiger aandacht werd gewijd aan het letterkundig leven in Vlaanderen, dit jaar ook meer vooraanstaande publicisten tot het bijdragen van een essay werden uitgenoodigd, houdt verband met het feit dat, nu het interieure werk dit jaar zoo geslaagd is, de redactie overweegt om voor 1930 een almanak uit te geven, waarin een meer alzijdig maar even actueel geaccentueerd overzicht van het kunstleven in Nederland geboden wordt.
Moge, in afwachting daarvan, deze letterkundige almanak 1929 reeds een, zij het met voorzichtigheid te hanteeren, maar daardoor wellicht des te levendiger gids vormen op het vaak moeilijk begaanbare pad der tijdschriften en bundels, critieken en polemieken. Tegenover deze stelden wij reeds vroeger, en thans met nog meer recht, den almanak Erts als het resultaat van een jaar scheppend werk, of om met een woord uit onze eerste inleiding te besluiten: als een chaotisch geheel in een onvoltooide, doch reeds kernen aanwijzende formatie.
October 1928
DE SAMENSTELLERS