| |
| |
| |
| |
| |
MARTIEN BEVERSLUIS,* 1894. Verzen: Zwerversweelde (1920). - Verzen (1922). - De Ballade van de Vleermuis (1925). - Canzonen (1926).
Bijdragen: De Gids, Groot-Nederland, De Stem, Elsevier's, Opwaartsche Wegen, De Socialistische Gids. |
D.A.M. BINNENDIJK,* 1902. Essay: Herman van den Bergh, inleiding (1925).
Verzen en essay's in De Vrije Bladen. Critieken in De Gids.
Redacteur De Vrije Bladen. |
J.W. DE BOER,* 1893. Romans: De Gek (1917). - De Kolk in de Kreek (1920). - Solaes (1922). - Ras, Het Nachttij der Runia's (1925). - Het Boek God (1926).
Bijdragen: Elsevier's. |
MENNO TER BRAAK,* 1902.
Bijdragen: De Stem, De Vrije Bladen, De (Groene) Amsterdammer, Den Gulden Winckel, Intern. Revue: I 10. |
VICTOR J. BRUNCLAIR,* 1899. Verzen: De Dwaze Rondschouw (1926).
Bijdragen: Vlaamsche Arbeid. |
GERARD BRUNING, 1898-1926. Nagelaten Werk (1927).
Bijdragen: Roeping en De Gemeenschap. |
J.W.F. WERUMEUS BUNING.* 1891. Verzen: In Memoriam (1921, '24 en '26). - Enkele Gedichten (1924). - Voorbarig Berijmde Ruzie (1925). - Dood en Leven (Iste & II dr. 1926). Essay's: De Wereld van den Dans (1922). - Tooneel en Dans (1925). - Het Tooneeldecor (1925, 1927), - Dansen en Danseressen (1926) e.a. In samenwerking met Constant van Vessum en C.J. Kelk: Marionetten (1925).
Verzen in De Gids, De Stem, De Vrije Bladen, Elsevier's. Kronieken over tooneel in Groot-Nederland, over den dans in De (Groene) Amsterdammer.
Redacteur De Vrije Bladen en Spel en Dans.
Thieme-prijs 1926. |
JAN R.TH. CAMPERT,* 1902. Verzen: Refereinen (1922, in samenwerking met Henrik Scholte). - Verzen (1925). - In Voorbereiding: De Bron.
Bijdragen: De Gids, Groot-Nederland, De Vrije Bladen, Elsevier's, De Nieuwe Gids. |
FRED. CHASALLE (pseudoniem). Proza: Lampions in den Wind (1921, in samenwerking met C.J. Kelk) - De Clowns en de Fantasten (1924). - De Terugkeer van Don Juan of de Alcala'sche moordverwarring (1924). - Hebt u niets gezien? (1925).
Bijdragen: Groot-Nederland, De Vrije Bladen. |
DIRK COSTER,* 1887. - Proza en Essay's: Marginalia (1919). - De Nieuwe Europeesche Geest in Kunst en Letteren
|
| |
| |
(1920). - Dostojewski (1920). - Nieuwe Geluiden, inleiding (1924, '25 & '27). - Verzameld Proza I (1925), II (1927), e.a.
Redacteur De Stem.
Maatschappij voor Letterkunde - prijs 1926. |
A. DEFRESNE,* 1893. Tooneel: Koningen (1923) - De Uitvreter (1925). - De Woonschuit (1925). Voorts in opvoeringen o.m.: Moordromance (1923). - Sprotje. (1923). - De Woekeraarster (1924). - De Woonschuit (1925). - Lord Lister Legende (1925). - Valsche Bankbiljetten (1926). - De Opstandigen (1926, in samenwerking met Jo van Ammers-Küller). Essay: De Psychologie van den Vos Reynaerde (1922).
Tooneel en essay's in Groot-Nederland. |
ANTHONIE DONKER,* 1902 (pseudoniem). Verzen: Acheron (1926.)
Bijdragen: De Vrije Bladen, De Gids, Elsevier's. |
A. DEN DOOLAARD,* 1901 (pseudoniem). Verzen: De Verliefde Betonwerker (1926). In voorbereiding: John Keats, of het Dichterschap.
Bijdragen: De Gids, De Stem, De Vrije Bladen, Den Gulden Winckel. |
ANTON VAN DUINKERKEN,* 1903 (pseudoniem).
Bijdragen: Roeping, De Nieuwe Eeuw. |
JAN ENGELMAN,* 1900. Verzen: Het Roosvenster (1927).
Bijdragen: De Gids, De Nieuwe Eeuw, De Gemeenschap, De Vrije Bladen.
Redacteur De Gemeenschap. |
MARNIX GIJSEN,* 1899 (pseudoniem). Verzen: Loflitanie van St. Franciscus van Assisi (1921). - Het Huis (1925). Essay's: De XII Sonnetten van de Schoonheyt van G.A. Bredero, inleiding (1920). - Karel van de Woestijne (1921). - Breeroo's Lyriek, inleiding (1922). - De Godvruchtige Maanrijmen van Karel van den Oever, inleiding (1923).
Bijdragen: De Stem, De Gemeenschap, Roeping.
Amsterdamsche Poezie-prijs 1924. |
J. GRESHOFF,* 1888. Verzen: De Ceder (1924). - Sparsa (1925). - Vonken van het Vuur (1925). - Oud Zeer (1926). - Zeven Gedichten (1926). - Aardsch en Hemelsch (1926). - Keurdicht, bloemlezing uit tien bundels (1926). - Anch'io (1927). Proza en Essay's: Latijnsche Lente (1924). - Mengelstoffen op het Gebied der Fransche Letterkunde (1924). - Lionel des Rieux (1924). - Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde (1925, in samenwerking met Prof. dr. Jan de Vries). - Uren (1926) - Het Voorbeeld van C R. de Wet (1926). - Un saison en enfer (1927).
Redacteur Den Gulden Winckel en De Witte Mier.
Amsterdamsche Poëzie-prijs 1926. |
| |
| |
Mr. A.M. HAMMACHER.
Essay's in De Vrije Bladen, De Gids. |
A. ROLAND HOLST,* 1888. Verzen: Verzen (1911). - De Belijdenis van de Stilte (1913). - Voorbij de Wegen (1920, 1925). - De Wilde Kim (1925). - Ex Tenebris Mundi (1926). Proza: Deirdre en de Zonen van Usnach (1920). - De Afspraak (1925). - Over den Dichter Leopold (1926).
Redacteur De Gids.
Amsterdamsche Poezie-prijs 1926 (Hoofdprijs). |
FRITS HOPMAN,* 1877. Romans en Verhalen: In het Voorbijgaan (1913). - De Proeftijd (1916). - Van de liefde die vrij wou zijn (1918). - Nachtwaken (1919).
Bijdragen in De Gids. |
Mr. ROEL HOUWINK (H. VAN ELRO),* 1895. Verzen: Hesperiden (1925). - Madonna in Tenebris (1925). - Christus' Ommegang in het Westen (1926). - Zes kleine Elegieën (1926). Proza: Novellen (1924). - Maria (1925). - Doodsklok (1925). - Om den Dood (1926).
Bijdragen: De Gids, Groot-Nederland, De Vrije Bladen, Elsevier's, Den Gulden Winckel. |
C.J. KELK,* 1901. Proza en verzen: De Zonde van Pierrot (1920) - Lampions in den Wind (1921, in samenwerking met Fred. Chasalle). - De terugkeer van Don Juan of de Alcala'sche Moordverwarring (1924, in samenwerking met Fred. Chasalle). In samenwerking met Constant van Wessem en J.W.F. Werumeus Buning: Marionetten (1925). - In voorbereiding: Inleiding bij De Gedichten van den Schoolmeester (1927).
Redacteur De Vrije Bladen. |
MATHIAS KEMP,* 1890. Verzen: Het Wijnroode Uur (1916). - Naar de Ochtend (1917). - De Vreemde Vogel (1919). - Ravijnen (1922). - De Zeven Broeders (1923). Proza: Zeven Boomen Opgezet (1918). - Een verwarde Liefde (1921) . In voorbereiding: De Groote Drijver.
Bijdragen: Roeping. |
Mr. H.W.J.M. KEULS,* 1883. Verzen: In den Stroom (1921) - Om de Stilte (1924).
Bijdragen in De Gids. |
HALBO KOOL,* 1907.
Bijdragen: De Vrije Bladen. |
ALBERT KUYLE,* 1903 (pseudoniem). Verzen: Seinen (1925). Proza: Zeiltocht (1925). - Reisfilm (1927).
Bijdragen: De Gemeenschap, De Nieuwe Eeuw. |
| |
| |
Mr. AART VAN DER LEEUW,* 1876. Verzen en verhalen: Liederen en Balladen (1911). - Kinderland (1914). - Herscheppingen (1916). - Sint Veit en andere Vertellingen (1919). - De Mythe van een Jeugd (1921). - Opvluchten (1922). - De Gezegenden (1923). - Vluchtige Begroetingen (1925). Het Aardsche Paradijs (1927). |
LOU LICHTVELD,* 1903. Muziekwerken: Triptiek (1925). - Les Vacances du Pantin (1926). - Arkadia (1927).
Bijdragen in De Gemeenschap, Roeping, De Vrije Bladen. |
GABRIELLE VAN LOENEN ((JEANNE GABR. VAN SCHAIK-WILLING): Essay: De Dramatische Kunst en ons Tooneel (1923).
Bijdragen in De Stem. |
EMMY VAN LOKHORST. Romans en novellen: Phil's Amoureuze Perikelen. - Lenoor Sonnevelt. - Phil's laatste Wil. - Strooptochten. - Bart Jorgen.
Bijdragen: De Stem, Groot-Nederland, De Vrije Bladen, Den Gulden Winckel. |
H. MARSMAN,* 1899. Verzen: Verzen (1923). - Penthesileia (1925). - Paradise Regained (1927). Essay's: De Anatomische Les (1926).
Verzen: De Vrije Bladen en De Gemeenschap. Essay's en critieken in De Gids, De Stem en De Vrije Bladen.
Amsterdamsche Poëzie-prijs 1926. |
RICHARD MINNE,* 1891. Verzen: De Dichters van 't Fonteintje (1924, bloemlezing). - In den Zoeten Inval (1926). |
Mr. M. NIJHOFF,* 1894. Verzen: De Wandelaar (1916, 1926). - Pierrot aan den Lantaren (1919). - Vormen (1924, 1925).
Essays en critieken in De Gids, De Nieuwe Rotterd. Courant en De Vrije Bladen.
Redacteur De Gids.
Amsterdamsche Poëzie-prijs 1924 (Hoofdprijs). |
J. VAN OUDSHOORN,* 1877 (pseudoniem). Romans en novellen: Willem Mertens' Levensspiegel (1913). - Louteringen (1916). - Zondag (1918). - Verhalen (1923). - Tobias en de Dood (1925).
Bijdragen in Groot-Nederland. |
Mr. FRANÇOIS PAUWELS,* 1888 Verzen: Gedichten (1908). - Het Kristallen Masker (1910). - Enkele verzen (1912) - Fantomen. (1920, '24). - Tziganen. (1924). Proza: Boeven en Burgers (1926, '27). |
WILLEM PIJPER,* 1894. Muziekwerken: Een 10-tal composities bij de Oxford University Press, London.
Bijdragen: De Gids, Groot-Nederland, De Vrije Bladen.
Redacteur De Muziek en de Intern. Revue I 10. |
| |
| |
ALBERT C.A. PLASSCHAERT,* 1874. Essay's: Beschouwingen, een tijdschrift. - Studies en Gegevens over Schilderkunst. - Korte en Kortste Besprekingen. - Jacob Maris. - Jozef Israëls. - Over het zien van schilderijen. - Piet van Wijngaert. - Johannes Vermeer en Pieter de Hoogh. - Nederlandsche Schilderkunst, e.a.
Bijdragen in De Gids en De Stem. Critische Beschouwingen in De (Groene) Amsterdammer. |
NINE VAN DER SCHAAF. Verzen: Poezie (1918). Romans en Novellen: Santos en Lypra (1906). - Amanië en Brodo (1908). - Friesch Dorpsleven (1921).
Bijdragen (romans en novellen) in De Gids, De Stem, Groot-Nederland en Elsevier's. |
Mr. J.C. VAN SCHAGEN,* 1891. Verzen: Narrenwijsheid (1925, 1926).
Bijdragen in De Stem. |
HENRIK SCHOLTE,* 1903. Verzen: Refereinen (1922, in samenwerking met Jan R.Th. Campert). - Chrysantheem (1923). In voorbereiding: Intermezzo (1927).
Verzen in De Gids, Groot-Nederland en De Vrije Bladen. Kronieken in Den Gulden Winckel en Nederland. Tooneelcritieken in De (Groene) Amsterdammer. |
J. SLAUERHOFF,* 1899. Verzen: Archipel (1923). - Clair-Obscur (1927).
Bijdragen in De Stem en De Vrije Bladen.
Amsterdamsche Poëzie-prijs 1926. |
JOHAN THEUNISZ,* 1900. Verzen: Het klare Dagen (1923). Proza: Vloed (1925). Essay's: Op een punt van Muziek (1925). In voorbereiding: Cyclus, verzen (1927).
Bijdragen in De Stem en De Vrije Bladen. Kronieken in Den Gulden Winckel. |
BERNARD VERHOEVEN. Verzen: Van Schijn en Schemer. - De Voorhof. - De Pelgrim (1924). Essay: De Zielegang van Henriëtte Roland Holst (1924). |
URBAIN VAN DE VOORDE,* 1893. Verzen: De Haard der Ziel (1921, 1923). - Diepere krachten (1924). Proza: Het Meisje Lea (1926). - Essay: Guido Gezelle (1926).
Bijdragen in De Stem. |
HENDRIK DE VRIES,* 1896. Verzen: De Nacht (1920). - Vlamrood (1922). - Lofzangen (1924).
Bijdragen in De Vrije Bladen. |
VICTOR E. VAN VRIESLAND,* 1892. Roman: Het Afscheid van de Wereld in drie dagen (1926). - Tooneel: Der Verlorene Sohn (1925). - Essay's: De Cultureele Noodtoestand van het
|
| |
| |
Joodsche Volk (1915). - Herman Hana geschetst in zijn beteekenis als schakel naar een nieuwen tijd (1920).
Bijdragen in De Gids en De Vrije Bladen. |
JO DE WIT (J. VAN DULLEMEN-DE WIT), Romans en novellen: Donker Geluk (1918, 1919). - De Branding (1920). - Open Zee (1922).
Bijdragen in De Gids, De Stem, De (Groene) Amsterdammer, Elsevier's.
Maatschappij voor Letterkunde-prijs 1924. |
ELISABETH ZERNIKE. Romans en novellen: Het Schamele Deel (1919). - Een vrouw als zij (1920). - Kinderspel (1922). - Het Goede Huis (1923). - Zondebok (1924). - De Overgave (1925).
Bijdragen in Groot-Nederland, De Vrije Bladen en Elsevier's.
Maatschappij voor Letterkunde-prijs 1923. |
|
|