Enchuyser liedt-boecksken
(1668)–Anoniem Enchuyser Liedt-boecksken– AuteursrechtvrijStemme: Als ’t begint.HIer onder dees Switser Marmer leydt,
Hier onder dees Switser Marmer leyt,
De Moeder van al de sorgloos heydt,
De Moeder van al de sorghloosheydt,
Die haer lijf en leven
In ’t geselschap heeft begeven,
Bruylingh-dandom, bruyling-dandom.
2 Blijdelijck is sy verresen weer,
Nu later ons singen tot haerder eer,
Al met gesangh betrachten,
En houden haer in gedachten,
Bruyling, Ec.
3 Met eenen als haer den geest ontvloog
Soo siet men se met haer naer om hoog,
Die in het Oorlogh rasen,
Dies roepen wy alle garen
Bruylingh, Ec.
4 En of men het nou soo vol weer schonk
Gelijck het was doen ick het dronck,
| |
[pagina 133]
| |
’t Is nodigh, want mijn mede-gesel,
Die soudt hem anders belgen wel,
Bruylingh, Ec.
|
|