Enchuyser liedt-boecksken
(1668)–Anoniem Enchuyser Liedt-boecksken– AuteursrechtvrijStemme: Heft op uDEn Bruydegom willen wy loven,
Als genooden tot sijner Feest,
Verciert met sijn genaed’ hier boven
In liefd’ getrou en onbevreest.
2 Dees Bruydegom heeft met sijn bloede
Gewassen schoon ’t geen ons best dient,
En door sijn weldaet ons ten goede
Eerlijck genoot als een goet vrient.
3 Roemt daerom sijne groote deughden,
Looft hem die u saligheydt biedt
U Bruydt leeft nu als de verheughde,
Fama des werelts en acht niet.
4 Syon schoon wilt om hem te eeren,
Batels twisten doch wederstaen,
| |
[pagina 20]
| |
Recht en slecht in sijn liefd’ vermeeren,
En van d’een deught in d’ander gaen.
5 Ciert u lampen wilt hem gemoeten,
Het Hooghtijt komt een tijdt van rust,
Tot hem gaet uyt dijn Heer te groeten,
Toont dat sijn goedtheydt u trou kust.
6 In ’s Werelts ydelheydt te vlieden
Bewijst dat u ter herten gaet,
Heyligh wilt Christo u handt bieden,
Sijn lof in heyligheyt bestaet.
I.V. Meersch. |
|