Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50
(1940)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 299]
| |
Een illustratie van het abel spel van Lanseloet
| |
[pagina 300]
| |
Vrient - zegt hij -, dat moet u ghebreken,
te sprekene jeghen die vrouwe mijn,
het moeste bi mijnder hulpen sijn,
want ic bens met haer gheloeft.
Ic ben van alden knechten thoeft,
die mijn here onthouden heeftGa naar eindnoot3.
Dat past wel bij een boschwachter, die handschoenen draagt. Kan het beeldje een voorstelling van den warandehuedere zijn? Het wordt in den catalogus van de Wallace-Collection Vlaamsch of Duitsch werk uit het begin der zestiende eeuw genoemd. Het abel spel is ons overgeleverd in het Hulthemsche handschrift in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. De drama's daaruit zijn volgens Leendertz zeker alle van één dichter, waarschijnlijk een VlamingGa naar eindnoot4, en uit het midden der veertiende eeuwGa naar eindnoot5. Het moet zeer bekend geweest zijn, juist in den tijd van vervaardiging van de statuette, want er bestaan verscheiden oude drukken van, te Gouda ± 1486, te Keulen ± 1495 en ± 1510, te Antwerpen ± 1519, en zelfs een Nederduitsche vertalingGa naar eindnoot6. Niets verbiedt dus, zich aan de illusie over te geven, dat het beeldje, dat toch zeker iets bepaalds bedoelt weer te geven, een voorstelling van den persoon uit het drama is. Men kan dan den beeldhouwer den lof geven, dat hij de figuur van den warandehuedere, die Leendertz als ‘vermakelijk en toch geheel overeenkomstig de werkelijkheid’ getypeerd heeftGa naar eindnoot7, met even veel begrip als vaardigheid uitgebeeld heeft. |