Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50(1940)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 296] [p. 296] Balspelende meisjes door Bertus Aafjes Der vormen weelde toegedekt met sier van overtollig gaas spelen de meisjes - langgerekt uitlijnende de bleke vaas der lende - in verspreide stand met talmend lange armen traag de bal wegwerpend langs het strand, alwaar hij ijlende en laag en voortgedreven op de wind een tuimelende uitweg vindt, inrollend zacht een andre hand die met een uitgebeelde vraag zich heft en werpt en twijfelt want zij weet niet waar de bal belandt... Dan schept een snelle vleugelslag van wind het schuimend room der zee tussen zijn blanke pennen mee en laat het in een speels gezag vlokkende drijven naar het kind, vocht blazend door het labyrinth der kleine holte-openingen van het omhullend netelrag: de diamanten druppen dringen tot op de huid en vormen kringen. [pagina 297] [p. 297] Te diep door koelheid aangezocht en door neerregening van druppen, besterft de lauwe ademtocht haar speurloos op de open lippen en slechts de flauwe kreet geslaakt om schuw genotene beklemming der koelte en de snelle stremming die haar beweging hield gestaakt, ontraadselt aan haar spelvriendinnen 't geheim van haar ontroerde zinnen. Te laat! reeds vloog de purperbal suizende langs haar wit gezicht; zie hoe de teêre blankheid zwicht voor matrood gloeien bij den schal van handgeklap en luid geuit gejammer nu de bal ten buit viel aan de branding waar hij zacht wegdeint terwijl het water lacht... Vorige Volgende