talentvolle acteurs, gevoed door het curieuze werk van enkele jonge schrijvers (een typisch staal hiervan is het spel ‘Monsieur Pygmalion’ van Jacinto Grau, door een Parijsch avant garde theater opgevoerd), lijkt het een natuurlijke reactie op de bedreiging van de cinema die sinds kort in Spanje nog ernstiger is geworden door het opleven van een nationale filmproductie.
Het schijnt een logische wisselwerking te zijn, die men ook in andere landen heeft kunnen waarnemen, deze verrassende en onverwachte opbloei van nieuwe ideeën en nieuwe talenten in het theater, een kunst die zoo oud bijna is als de geschiedenis van het menschdom en die, verre van door mechanische filmperfectie geïntimideerd te zijn, er nieuwe waarden tegenover gaat stellen, op een tijdstip dat de pessimisten reeds alle hoop verloren waanden.
De jonge Spaansche auteurs hebben begrepen dat er nieuwe klanken van hen verwacht werden, trouwens sommigen der ouderen stemden ten volle toe dat hun inspiratie ten einde liep, zooals de groote filosoof en schrijver Miguel de Unamuno, die het ontroerend in een van zijn laatste werken uitdrukte, doelend op de recente revoluties en burgerkrijg: ‘Kinderen van Spanje, vergeeft ons! Wij zijn u niet op het rechte pad voorgegaan. Wij speelden, doch ons spel had ernstiger gevolgen dan de uwe, het eindigde in bloed en broedermoord. En niet eens allen berouwen het. Nu is het uw beurt te toonen wat gij wilt, wij geven ons gewonnen.’
En sommigen hebben op artistiek gebied hun beste pogingen getoond en met succes beloond gezien. De kwaliteit van het nieuw georiënteerde werk - dat alle intenties verwezenlijkt zouden zijn kan niemand verwachten doch de algemeene lijn is goed te volgen - ligt voornamelijk hierin, dat de auteurs met hun onderwerpen, hun gedachte en intelligentie in het volle leven staan, als het ware temidden der toeschouwers, wars van alle steriele, hoog-intellectueele pogingen van voorgaande decenniën. Zij vreezen niet meer het hart te laten spreken, als het een sentiment van de gezonde soort is, zij willen niet meer originaliteit ten koste van alles, al moest daardoor aan de waarde van het werk worden te kort gedaan. Een terugkeer tot het naturalisme? Misschien, doch aan onze huidige psychologie aangepast en in elk geval als tijdverschijnsel teekenend.
Doch naast dezen terugkeer tot het meer algemeen-menschelijke, met gangbare moraliteit en begrijpelijke karakters, in wie elkeen iets van zichzelf kan herkennen, van eigen illusies en eigen teleurstellingen, weten zij gebruik te maken van de hulpmiddelen der moderne techniek, die ongetwijfeld van die van de film heeft geleerd. De monologen, de theatertrucjes en de stereotiepe tweedeplansfiguren hebben afgedaan en de geijkte drieacter werd omgewerkt tot een reeks korte beelden waarbij de toeschouwer niet door noodelooze literaire uitwijdingen wordt vermoeid; zij weten de psychologische conflicten kort en duidelijk te belichten en hebben grondig het eerste theatergebod geleerd: het publiek steeds geboeid te houden.