Een afscheid - en toch geen afscheid
Tot mijn groot leedwezen ziet mijn collega de Gruyter zich genoodzaakt, de pas twee jaar geleden met lust aanvaarde taak der mede-redactie van Elsevier's weer neer te leggen. Zijn wensch is zich voortaan geheel te wijden aan de bestudeering van kunst en kunsthistorie, en de vrijheid van beweging, die hij daarvoor noodig heeft, zou te veel belemmering ondervinden door de gebondenheid en de vele werkzaamheden, die een redactie meebrengt. Een afscheid dus - maar dat toch eigenlijk geen afscheid is! Want gelukkig, als ijverig medewerker zal ik mijn zoozeer kundigen, en aan kunst en schoonheid toegewijden, jongen vriend mogen behouden. De lezers van Elsevier's zullen zijn diepe geestdrift en zijn wijze doordachtheid nog menig maal in dit tijdschrift ontmoeten.
Ik hecht eraan, mijn mederedacteur der laatste twee jaren hier openlijk dank te zeggen voor het vele dat hij, in dit kort tijdsverloop, in het belang van Elsevier's heeft gedaan.
Wat de Gruyter's vervanging betreft, ik ben zoo gelukkig geweest een anderen, eveneens zeer gewaardeerden en langjarigen medewerker, mijn vriend Mr. J. Slagter, daartoe bereid te vinden. Hij neemt de taak der redactie voor beeldende kunsten met groote opgewektheid over, terwijl ook zijn kunde en toewijding aan de zaak der kunst mij en allen trouwen lezers van Elsevier's sinds lang bekend zijn.
Herman Robbers
Zeker had ik zelf nooit vermoed, toen ik in Jan. '30 mijn mede-redacteurschap aan dit maandschrift met animo aanvaardde, deze taak zoo spoedig weer te zullen neerleggen. Juist mijn redactiewerkzaamheden echter, allereerst het lezen en beoordeelen van de talrijke bijdragen over de uiteenloopenste onderwerpen van beeldende kunst, deden mij beseffen hoeveel werelden uit het verleden vooral, in meerdere of mindere mate voor mij nog ‘terra incognita’ waren en deed de behoefte steeds sterker in mij opkomen, van die werelden grondiger kennis te nemen - voor zoover dit in een menschenleven dan mogelijk mag zijn!
Zoo besloot ik tenslotte na veel tweestrijd mijn mede-redacteurschap aan Elsevier's vaarwel te zeggen om tijd en ruimte te winnen voor die studies, daarbij in de eerste plaats de Amerikaansche archeologie beoogend. Dubbel verheugt het mij echter, als medewerker aan dit tijdschrift verbonden te blijven, terwijl ik allen met wie ik in aanraking kwam, in de eerste plaats mijn vriend Herman Robbers, persoonlijk dank zou willen zeggen voor de vele blijken van genegenheid en waardeering, dit tweetal jaren ondervonden.
W. Jos. de Gruyter