Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 36(1926)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 242] [p. 242] De weelen, door Hélène Swarth. De Weelen dansen, in den blanken dauw, En lokken zoet den jongen Voïvode, Bedwelmd gezegen op de zachte zode, Omwuifd van sluiers manezilverblauw. Hij weet het niet hoe stil hem sleept ten doode De hand, die streelt zijn roodfluweelen mouw, Hoe bruid en moeder mare brengt van rouw Eens de onverwachte bleekbestorven bode. De Weelen dansen, in den damp der maan, In enger kring, al sneller, tot hem duizelt - Een guzla zingt, heel 't bosch geheimvol suizelt. Van vreemde weelde moet zijn ziel vergaan. De Weelen drijven, strenglend saam haar armen, Haar prooi naar 't meer, dat weet van geen erbarmen. Vorige Volgende