aannemen alles wat er gaat gebeuren in het leven van haar Kind. Naast vreugde is er droefheid en ontferming in haar. Zij heeft zich teruggetrokken in een binnenhof, waar geen der aanbiddenden haar kan naderen. Zij is meerder dan alle engelen uit den hemel. Zij ziet verder dan Jozef, die zijn handen vouwt alsof een ander het voor hem gedaan heeft. Zij doorgrondt volkomen. Het rumoer der vliegende engelen, de menschelijke nieuwsgierigheid der twee rechts boven, wier hoekige contouren te zamen met de balken bizarre vormen in de lucht uitsnijden, versterken contrasteerend de diepe, begrijpende rust van haar aanbidding.
Tegenover de heldere, kleurige drukte van het middenluik de vastheid der zijluiken. De verticale beweging der voluitstaande heiligen gedragen door de basis der geknielde figuren. Links rijzen de kleurkolommen in groen en zwart van S. Thomas en S. Antonius boven Portinari en de twee kinderen, rechts S. Marguerita en S. Magdalena in hermelijn wit en karmozijn rood boven Maria Portinari en het geknielde meisje. Als stammen staan de figuren der zijluiken om die van het lichte middenluik. De kinderen liggen er geknield als kleine planten onder zware boomen. Het middengamma is hier getransponeerd in sonore orgeltonen, zooals het gamma van een landschap zich zelf transponeert wanneer de zon is gedaald en dezelfde klaarheid de nu donker geworden kleuren blijft doordringen. Zooals het zwart van een ijsvlakte klaar kan wezen als het wit van de sneeuw. Het warme Vlaamsche oker in de landschapfond achter de twee heiligengroepen en in het gebouw achter Maria en de twee engelen is de bindende kleur der drie luiken.
Tusschen de bergen rechts, die rusten in het winter avondlicht, wanneer gebolde grijze wolken boven in den hemel ronddrijven en een geel licht zich verzamelt aan den horizont en de boomen tot ver weg hun bladerlooze takken laten zien, bewegen zich de op- en afrijdende ruiters en onder hen ook de drie Wijzen uit het Oosten. Zij zijn verdiept in een druk gesprek; zij maken hun gissingen over wat zij zullen zien. Een page is vooruitgezonden om naar den weg te informeeren. Zijn beenen zijn pierig. Zijn houding is niet voornaam en gratieus als die van een renaissance-page. Hij buigt zich met goedmoedige welwillendheid naar den boer, die in verstomden eerbied op zijn knieën is gevallen en stamelend de richting uitwijst naar de plaats, waar het kind geboren moet zijn. En uit de huizen tusschen de boomen komen de menschen haastig aanloopen om den wonderbaren stoet te zien voorbijtrekken.
Dit kleine tafereel vol bewegelijkheid speelt zich af achter de roerlooze heiligheid van de heilige Catharina. Het is zooals kleine menschen loopen om de machtige zuil van een kathedraal. Onveranderlijke heiligheid drukt haar gestalte uit. Streng is de bijbel en het kruis, die haar tengere vingers ophouden en als een eeuwig-durend geluid valt haar karmozijnen kleed