Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 30(1920)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 322] [p. 322] De popel, door Hélène Swarth. Groen, op den blonden korenheuvel, staat, Eenzaam, een popel rijzend rank omhoog. Met elken wind, die 't suizelloof bewoog, Wisselt hij droomig teedren fluisterpraat. 't Is of hij àl de stille vroomheid zoog Der korenzee, waarin zijn wortel baadt. 't Is of aldoor zijn prevelbede gaat Naar 't àlziend liefdestralend Hemeloog. De blaadjes wuiven, licht aan leen'gen steel, Als kinderhandjes vlindrende op en neer En strooien lommer op het korengeel. Maar onbewogen, uit zijn blauwe sfeer, Ziet neer op veld en boom als één geheel Het àlziend goudoog van den Zonneheer. Vorige Volgende