Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 27

[p. 51]

Vaag liedje,
door P. Otten.

Nu ben 'k weer in de lichte-kring
Van de oude, geelgekapte lamp,
Na late⁀alleene wandeling
Door schemer-koelen avonddamp.

Ik zag in lage wolkenwacht,
Toen 'k ging, de zon nog even staan.
Ik ben vergeten, wat ik dacht,
En hoe mijn voeten zijn gegaan.

En zoekend weet ik nog alleen
Het langzaam neigen van een tak;
Wat licht, dat door de boomen scheen
Boven een donker vijvervlak;

Een vogel, die wat innigs zong;
Een zoete geur, die ergens hing;
Twee vreemde, blankë oogen, jong
En droomend, in de schemering....

Nu zit ik in de lichternis
Van mijne lamp te mijmren, hoe
Mijn hart weerom zoo droevig is,
Zoo eenzaam en zoo eindloos moe....