Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 19

[p. 38]

De huisjes
door
Richard de Cneudt.

O smalle huisjes in de kille straten,
met zindlijk-grijze stoepjes, of geen voet
hier ooit zijn schuchtre stapjes klinken doet;
met glanzend-effen deurtjes, donkre gaten

in grijzen muur, die licht- en zonverlaten
staart roerloos in versteenden overmoed;
met vensters lijk verglaasde smartgelaten,
waarachter, bij valsch-rossen haardjesgloed,

met zwakke stempjes en lichtloos gemoed,
bekrompen menschjes van hun buren praten; -
o Hellehuisjes, waar verdoken woedt

laster en afgunst, zonde en loerend haten;
gal en venijn de dwergenzieltjes voedt; -

hoe zal ik ooit uw drukkend graf verlaten?