[Vervolg van De schande]
Tienmaal overschrijven moest ze dit vanavond?... Leentje's oogen staarden in het schrift voor haar op de bank. Was 't een versje? Eerst was het of ze niet meer lezen kon, zoo bonsde ze van binnen en ze gloeide zoo... de letters leken wel te dansen. Nu las ze, langzaam:
Wilt ge leven, wilt ge werken,
Denken, leeren, elken dag,
Al wat goed is in u sterken,
Toonen, wat uw geest vermag?
Droomers schuift men in een hoek.
Leentje's handen lagen stijf dichtgeknepen in haar schoot, haar oogen staarden strak en donker. Nee, ze huilde niet, vast niet, dan werd 't nog erger. Nu doodstil zitten, dat 't overging...
Vreeselijk was alles, en er was niets prettigs meer... nooit meer. Thuis was Moeder telkens ziek... en dan dat nare dat er gebeurd was... die brief... daar dachten ze nog allemaal aan... en Juffrouw Annebetje ging weg... maar dìt was 't ergste, dit... niet dat strafwerk, dat ze dat versje tienmaal over moest schrijven, dat nare, malle, misselijke versje... maar dat ze allemaal haar uitgelachen hadden... dat ze alweer dommer en onoplettender was dan allemaal... altijd... dat erge... de schande, ja, dat was 't... de schànde!