Drie schandaleuse spelen

Regelnummers proza verbergen

XXVI

Aen mijn heere den proccuruer sinnerael

1⁺ Gheuen ootmoedelyck te kinnen de rethorijsienen vander coreblommen 2binnen deser stadt van brussel hoe dat sijlien gedaecht hebben geweest 3voer uwer Eer om een batamint dwelck sijlien gespelt hebben binnen 4deser stadt ter liefden vanden peijse dwelck gheheeten es de beruoeten 5broers ende hebt dat doen halen met uwen officiers ende hebt daerop 6gehoort deen voer dander naer tot wat jnde dat sijlien dat tweemael 7op een jaer gespelt hebben ende en hebt aen haerlieden anders niet 8connen geuinden dan datsijt deerste reijse spelden ter liefden vanden 9peijse / ende de tweede reijse ter liefden ende eere van haerlien prijs 10die sij daer mede gewonnen hadden soe datsijt niet en spelden tot 11niemants schande oft blamacie soe souden sij v wel willen bidden oot- 12moedelijcken dat uwer Eer gelieuen wille haer dat esbatamint weder 13om te sinden totten huijse van antonus cuppens haerlien factuer daert 14een van uwen officieren gehaelt hebben / niet dat sijt begeren te 15spelen / maer te leggen bij haerlien ander spelen soe bidden sij v 16ootmoedelijck dat uwer eer gelieuen wille haerlien dat batamint vande 17beruoeten broers wederom te sinden sij willen altoos bereet sijn tot 18uwen dinst alle uren en alle tijen alst uwer Eer sal gelieuen dwelck 19doende etc.

+ Fol. 116