Hetzelfde geldt voor de archieven van Willen V, eerst de naaste familie, dan de vorsten en tenslotte de particulieren.
Cultureel zal men hier waarschijnlijk niet zoveel vinden. Het is in de eerste plaats over familie- en bestuursaangelegenheden, gebeurtenissen en niet te vergeten gezondheid.
Zeker zijn van belang de inventarissen van de vorstelijke verblijven, zowel in Holland, het Sticht en Gelderland, als ook in Friesland en Groningen, de laatsten uiteraard bescheiden; van juwelen en van het stadhouderlijk kabinet, van de stal (tuigen en koetsen), het Buitenjacht en de vaisselles.
Prof. Th.H. Lunsingh Scheurleer is met een groep medewerkers doende de inventarissen integraal uit te geven (Rijksgeschiedkundige Publicatien).
In het Huisarchief bevindt zich voorts een afdeling ‘administratie hofdepartementen vóór 1813 (afd. F.1, oud 29). Dit archief bevat behalve rekeningen ook inventarissen. Deze afdeling zal t.z.t. over de archieven van de verschillende vorsten worden verdeeld. De inhoud van een groot aantal portefeuilles is, vooruitlopend op bedoelde verspreiding van deze afdeling, reods voorzien van gedetailecrde inhoudsoverzichten.
Tengevolge van de verwarrende verhuizingen na 1795 bevinden zich tot deze afdeling behorende rekeningen ook onder die van de Nassause Domeinraad (Algemeen Rijksarchief), te weten:
Rekeningen 1732-1738 |
nrs. 889-895 |
Rekeningen Willom V., 1761 t/m 1778 |
nrs. 896-922 |
Rekeningen latere Willem I, 1772 t/m 1787 |
nrs. 923-933 |
Rekeningen Prinses Louise, 1783 t/m 1787 |
nrs. 934-938 |
Rekeningen Prinses Wilhelmina, 1767 t/m 1793 |
nrs. 939-962 |
Hier wordt slechts terloops gewezen op archieven over erfopvolging van Orange, Nassau enz., alsmede van de archieven betreffende de Nassause regering in de 18e eeuw.
2. In het Huisarchief zijn veelal door schenking, maar ook eertijds door aankoop onige particuliere archieven terecht gekomen, zoals stukken betreffende het geslacht Bentinck, voornamelijk Willem Bentinck (1704-1774), Herman Tollius (1742-1822), hoogleraar te Harderwijk en Leiden en leraar van de kinderen van Willem V, Bruno van der Dussen (1660-1742) en Jacob Hop (1654-1729) (afd. G.2, 3, 6 en 14.).