dictatuur en over marteling, dan voor Bridget Jones's Diary, dat gaat over afvallen, stoppen met roken en een man vinden. Maar is de Nachttrein inderdaad een beter boek dan Bridget Jones? Ja en nee. Ja - het onderwerp is groter, ernstiger en veelomvattender. En nee - Bridget Jones is inventiever, handiger geschreven, ambachtelijk moderner.
In het begin van zijn klassiek geworden boek The Story of Art laat E.H. Gombrich twee tekeningen zien: één van het engelachtige zoontje van Rubens, één van de onaanzienlijke moeder van Albrecht Dürer. Het zijn, zegt Gombrich, allebei schitterende portretten. Goed, het zoontje van Rubens is mooier dan de moeder van Dürer, maar dat maakt de tekening niet mooier: kijk maar eens met welke fabelachtige techniek Dürer zijn moeder heeft geportretteerd, kijk naar de liefdevolle manier waarop hij haar schamele gezicht heeft weergegeven. De vrouw mag dan niet mooi zijn; haar portret is dat wel. Het gaat, is de boodschap, in de kunst niet om de schoonheid van het geportretteerde, maar om de schoonheid van het portret.
Als ik nu iets wil zeggen over de manier waarop de lezer bijdraagt aan de ontwikkeling van de roman, dan beweer ik allereerst dat er in de vorige eeuw een cultuur is ontstaan waarin de hoogopgeleide lezer geneigd is de moeder van Dürer interessanter te vinden dan het zoontje van Rubens - en die neiging, om de moeder van Dürer meer te bewonderen, alleen maar omdat ze lelijker is, heeft al veel misverstanden opgeleverd. Vanwege die gesofisticeerde voorkeur van de lezers zijn de schrijvers zich eerder gaan richten op het lelijke, het verdorvene, het onaanzienlijke, de zelfkant van de dingen, rottend, gistend en druipend, dan naar een liefdesgeschiedenis in een voorjaarsweide - en eigenlijk is dat net zo onnadenkend als andersom. Het gaat immers niet om de schoonheid van de geportretteerde, maar om de schoonheid van het portret.
Er zijn tegenwoordig aanwijzingen dat de cultuur begint om te slaan, dat de lezer van smaak verandert. Op een oppervlakkig niveau is allereerst de hang naar de lage cultuur opgekomen, en dat is volgens mij niet omdat lezers te laag zijn opgeleid, maar omdat ze te hoog zijn opgeleid. Omdat ze te veel gelezen hebben en genoeg hebben van specialistische kennis en analytische exercities: ze willen synthese, versimpeling, vandaar de voorkeur voor volkscultuur en Schmalz. En op een serieuzer niveau komt daardoor ook langzamerhand de belangstelling terug voor het zoontje van Rubens, voor de wereld die bestaat naast de wereld van rotting en bederf.
In een poging om aan die veranderende smaak tegemoet te komen heeft Ian McEwan het onlangs aangedurfd in zijn roman Saturday het portret te schilderen van een goed huwelijk. In interviews merkte hij dat zelf ook aan als een dappere keus: nu eens niet inzoomen op de problemen van de