Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 152
(2007)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 405]
| |
[pagina 406]
| |
Hij kwam aan. ‘U bent tot hier geraakt’, zei de man buiten. ‘En nu wilt u binnen. Ga dan naar binnen.’ Dat deed hij. Hij forceerde het slot met een eenvoudige dieventruc. Eenmaal binnen tastte hij langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier eiwitte wanden. Er verscheen een scheur in de muur. En nog een. Een kat, zo merkte hij, zat in een hoek van de kamer voor zich uit te kijken en zweeg. Hij wierp een blik in de spiegel en herkende vaag zichzelf. Iemand had een laagje verf over de spiegel gelegd. Hij klopte nog eens op de muren. Een druppel licht viel op de grond. Een herinnering. Een scherf uit een lichaam. En hoe kon het dat de vloer werd opgetild, opgeschud als een laken, en alles kwam op precies dezelfde plaats terecht. ‘Deze kamer was voor u’, kwam de man zeggen. ‘Maar nu is uw tijd om, u moet gaan.’ Hij ging weg en liet de deur open. Hij besefte dat hij in zijn eigen kamer had ingebroken. | |
[pagina 407]
| |
[pagina 408]
| |
‘Werkelijk, u bent er geraakt’, zei de man buiten. ‘Kom binnen, neem een stukje muur, help uzelf. Ga naar binnen.’ Dat deed hij. Hij opende het slot met een eenvoudige dieventruc. Eenmaal binnen tastte hij langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier eiwitte wanden. Er verscheen een scheur in de muur. En nog een. Een kat, zo merkte hij, zat in een hoek van de kamer voor zich uit te kijken en zweeg. Hij wierp een blik in de spiegel en herkende vaag zichzelf. Iemand had een laagje verf over de spiegel gelegd. Hij klopte nog eens op de muren. Een druppel licht viel op de grond. Een herinnering. Een scherf uit een lichaam. En hoe kon het dat de vloer werd opgetild, opgeschud als een laken, en alles kwam op precies dezelfde plaats terecht. ‘Deze kamer was voor u’, kwam de man zeggen. ‘Maar nu is uw tijd om, u moet gaan.’ Hij ging weg en liet de deur open. Hij had in zijn eigen kamer ingebroken. | |
[pagina 409]
| |
[pagina 410]
| |
‘U bent hier geraakt’, zei de man aan de deur. ‘En nu wilt u verder binnen. Ga maar.’ Dat deed hij. Hij brak het slot open met een eenvoudige dieventruc. Hij tastte langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier wanden. Er tekende zich een scheur af. En nog een. Een kat zat voor zich uit te kijken en zweeg. Er werd niets onthuld. Het laken werd er niet afgehaald. Vier eiwitte wanden. Er verscheen een scheur in de muur. En nog een. Een kat, zo merkte hij, zat in een hoek van de kamer voor zich uit te kijken en zweeg. Hij wierp een blik in de spiegel en herkende vaag zichzelf. Iemand had een laagje verf over de spiegel gelegd. Hij klopte nog eens op de muren. Een druppel licht viel op de grond. Een herinnering. Een scherf uit een lichaam. En hoe kon het dat de vloer werd opgetild, opgeschud als een laken, en alles kwam op precies dezelfde plaats terecht. ‘Deze kamer was voor u’, kwam de man zeggen. ‘Maar nu is uw tijd om, u moet gaan.’ Hij ging weg en liet de deur open. Hij besefte dat hij in zijn eigen kamer was binnengegaan. | |
[pagina 411]
| |
[pagina 412]
| |
Hij kwam aan. ‘U bent er geraakt’, zei de man buiten. ‘En nu wilt u binnen. Ga dan naar binnen.’ Dat deed hij. Hij forceerde het slot. Eenmaal binnen tastte hij langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier eiwitte wanden. Er verscheen een scheur in de muur. En nog een. Een kat, zo merkte hij, zat in een hoek van de kamer voor zich uit te kijken en zweeg. Hij wierp een blik in de spiegel en herkende iets. Iemand had een laagje verf over de spiegel gelegd. Hij klopte nog eens op de muren. Een druppel licht viel op de grond. Een herinnering. Een lichaam. En hoe kon het dat de vloer werd opgetild, opgeschud als een laken, en dat alles op precies dezelfde plaats terechtkwam? ‘Deze kamer was voor u’, kwam de man zeggen. ‘Maar nu is uw tijd om, u moet gaan.’ Hij ging weg en liet de deur open. Zijn eigen kamer. | |
[pagina 413]
| |
[pagina 414]
| |
Hij kwam aan. ‘U bent hier’, zei de man buiten. ‘En nu wilt u binnen.’ Hij stond binnen, tastte langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier eiwitte wanden. Een scheur. En nog een. Een kat zat voor zich uit te kijken. Iemand had een laagje gouden verf over de spiegel gelegd. Hij klopte nog eens op de muren. Een herinnering. Een scherf. Een druppel licht. En hoe kon het dat de vloer werd opgetild, opgeschud als een laken, en dat alles op precies dezelfde plaats terechtkwam? ‘Maar nu is uw tijd om, u moet gaan.’ Hij ging weg en liet de deur open. Het licht gleed uit de kamer. ‘Deze kamer was voor u’, zei de man nog. | |
[pagina 415]
| |
[pagina 416]
| |
‘U bent tot hier geraakt’, zei de man aan de deur. ‘En nu wilt u binnen. Hoe zal u dat doen?’ Hij tastte langs de muur, beklopte de vier wanden. Er verscheen een scheur. En nog een. Hij brak de kamer open. Een kat zat voor zich uit te kijken en zweeg. Men kon veel leren door vogels te observeren. Maar er werd niets onthuld. Het laken werd er niet afgehaald. Niets werd losgeschroefd. Wat hij meenam uit deze kamer, uit de hoeken sneed. De vloer, een laken, wat zal worden gemist? Hij klopte op de muren. Een gat waarin een cameraploeg was afgedaald. Hij kwam aan. ‘U bent tot hier geraakt’, zei de man buiten. ‘En nu wilt u binnen. U geeft kleine tikjes, beklopt de vier eiwitte wanden. Er zal een scheur verschijnen. En nog een.’ Een kat, zo merkte hij, zat voor zich uit te kijken en zweeg. Hij klopte nog eens op de muren. Een herinnering. Een scherf. Een druppel blauw. En hoe kon het dat de vloer werd opgetild, opgeschud als een laken, en alles kwam op precies dezelfde plaats terecht? ‘Deze kamer is voor u’, kwam de man zeggen. Hij ging weg en liet de deur open. Maar hij wist niet wat het was dat hem achter de hoek deed verdwijnen. | |
[pagina 417]
| |
[pagina 418]
| |
Verstaat u het luid en duidelijk? Hij is al aangekomen. ‘U bent tot hier geraakt’, zei de man buiten. ‘En nu wilt u binnen. U zal zich toegang moeten verschaffen.’ Dat deed hij. Hij forceerde het slot met een eenvoudige dieventruc. Eenmaal binnen tastte hij langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier eiwitte wanden. Er tekende zich een scheur af. En nog een. Een kat, zo merkte hij, zat voor zich uit te kijken en zweeg. Was u aan het lezen? Hij wierp een blik in de spiegel en herkende vaag zichzelf. Iemand had een laagje verf over de spiegel gelegd. Hij klopte nog eens op de muren. Een herinnering. Een scherf. Een druppel licht. En hoe kon het? De vloer werd opgetild, opgeschud als een laken, en alles kwam op precies dezelfde plaats terecht. ‘Deze kamer was voor u’, kwam de man zeggen. ‘Maar nu is uw tijd om, u moet gaan.’ Hij ging weg en liet de deur open. De planten trilden toen men zong. | |
[pagina 419]
| |
[pagina 420]
| |
Bij het zwarte vierkant. ‘U bent er’, zei de man. ‘En nu wilt u binnen. U zal een stuk uit de muur moeten nemen.’ Dat deed hij. Met geweld drong hij de ruimte binnen. Eenmaal binnen tastte hij langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier eiwitte wanden. Er tekende zich een scheur af. En nog een. De vloer werd opgetild, opgeschud als een laken. Alles kwam op precies dezelfde plaats terecht. Een kat zat voor zich uit te kijken en zweeg. Een laag verf was over de spiegel gelegd. Een druppel licht. Een verplaatsen van de graden. Een witte streep kroop over de rivier. ‘Deze kamer is alleen voor u bestemd’, zei de man op de stoel. ‘Maar nu is het tijd, u moet gaan.’ Men weet niet wat het is. | |
[pagina 421]
| |
[pagina 422]
| |
De grond optillen en eronderdoor schuiven. Buiten blijven staan. ‘En nu wilt u binnen’, zei de man. ‘Haal een stuk uit de muur.’ Leren door vogels te observeren. Tasten langs de muur. Hij beklopte de vier wanden. Er verscheen een scheur. En nog een. De kamer brak in helften. Een kat zat voor zich uit te kijken en zweeg. Maar er wordt niets onthuld. Het laken wordt er niet afgehaald. Wat hij uit de hoeken sneed, hoe hij de vloer optilde als een laken. Een rood licht. Hij klopte op de muren. Een dun laagje ijs kroop over water. Geef hem een wolk boven het hoofd en een hoge lucht. Giet kleur binnen. Dit was zijn kamer. | |
[pagina 423]
| |
[pagina 424]
| |
Hij kwam aan. ‘U bent tot hier geraakt’, zei de man. ‘En nu wilt u binnen. U zal zich toegang moeten verschaffen.’ Dat deed hij. Hij forceerde het slot. Eenmaal binnen tastte hij langs de muur, beklopte de eiwitte wanden. Daar zat een scheur. En nog een. Een kat zat voor zich uit te kijken en zweeg. Hij wierp een blik in de spiegel en herkende vaag zichzelf. Iemand had een laagje verf over de spiegel gelegd. Hij klopte nog eens op de muren. Een herinnering. Toen er lang geleden voor het eerst contact was, scheurde zijn huid. ‘Nu is uw tijd om, u moet gaan.’ Hij ging weg en liet de deur open. Alles kwam weer neer. | |
[pagina 425]
| |
[pagina 426]
| |
Hij komt eraan. ‘U bent tot hier geraakt’, stelt de man vast wanneer hij voor hem staat. Eenmaal binnen tast hij rond, schuurt langs vier eiwitte wanden. Overal waar hij geweest is, scheurt de muur. Hij kijkt in de spiegel en herkent vaag iets. Iemand heeft een laag verf over de spiegel gelegd. De vloer wordt opgetild, opgeschud als een laken. Alles komt op precies dezelfde plaats terecht. Een kat kijkt zwijgend toe. Hij strijkt nog eens over de muren. Een druppel, een schokje. Heimwee naar het leven ondergronds, waar hij bestond bij de gratie van zwart. Een witte streep kruipt over water. Hij strekt zijn hand. Het is genoeg. | |
[pagina 427]
| |
[pagina 428]
| |
Hij schrikt wakker van de stilte. ‘U bent buiten’, zegt de man buiten. Hij tast langs de muur. Hij tekent een scheur. En nog een. Een kat zit zwijgend voor zich uit te kijken. Hij werpt een blik in de spiegel en herkent de kleur. Iemand heeft een laagje over de spiegel gelegd. En hoe kan het dat de vloer wordt opgetild, opgeschud als een laken, en dat alles op dezelfde plaats terechtkomt? Een cameraploeg daalt af. ‘Deze kamer is voor u’, weet de man. Hij gaat weg en laat de deur open. Het lijkt nog het meest op wat het niet kan zijn. Zijn binnenkant. | |
[pagina 429]
| |
[pagina 430]
| |
Een orkaan kan men verklaren. ‘U bent tot hier geraakt’, zegt de man aan de deur. ‘En nu wilt u buiten?’ Hij tastte langs de muur, gaf kleine tikjes, beklopte de vier wanden. Er ontstond een scheur. En nog een. Hij brak in de kamer binnen. Een kat zit voor zich uit te kijken en zwijgt. Vogelkijken. Niets onthullen. Wat hij zal meenemen uit deze kamer, wat hij uit de hoeken zal snijden. Een foto. Een druppel glas. Hij klopt. | |
[pagina 431]
| |
[pagina 432]
| |
Hij vertraagt. ‘U bent tot hier geraakt. En nu wilt u buiten. Neem een stuk muur mee.’ Hij is in de kamer binnengebroken. Een kat zat voor zich uit te kijken en zweeg. De lering die men kan trekken uit het observeren van vogels. Maar er wordt niets onthuld. Het laken wordt er niet afgehaald. Nog trager. Het tempo is dramatisch. Wat hij meeneemt uit deze kamer, uit de hoeken snijdt, zal het verdwijnen? Hij klopt op muren. In de kamer staat een man, in zwart gekleed. Hij werpt een blik in de spiegel en ziet zichzelf: een goedkope acteur die zo dwars door het zwart-witdecor loopt. Hij kijkt weg. Geef hem een lichaam. Tot hier is hij geraakt. | |
[pagina 433]
| |
[pagina 434]
| |
‘En nu wilt u buiten.’ Rond hem staat er een kamer. Hij tast langs de muur, geeft kleine tikjes, beklopt de vier wanden. Daar kruipt een scheur tevoorschijn. En nog een. De kamer breekt. Een kat zit voor zich uit te zwijgen. Het laken wordt er niet afgehaald. Niets onthuld. Wat men uit de hoeken snijdt, hoe men de vloer opschudt. Men weet het niet. Een dun laagje, water in ijs. De spiegel. Een man die zo dwars door het zwart-witdecor loopt. Dit is mijn kamer, weet de man. Uw kamer. Zoals deze vindt u er geen twee. | |
[pagina 435]
| |
[pagina 436]
| |
We hebben het afgerond voor vandaag. Niemand zal het geweten hebben. ‘U bent tot hier geraakt’, zegt de man aan de deur. ‘En nu wilt u buiten. Neem dan een stuk uit de muur.’ Er ontstaat een scheur. En nog een. Hij gaat de kamer binnen. Een kat zit voor zich uit te kijken en zwijgt. Wat men kan leren door vogels te bekijken. Maar er wordt niets onthuld. Geen laken afgehaald. Zwart. Hij klopt op de muren. Hij ziet zichzelf zo dwars door het zwart-witdecor lopen. Hij kijkt in de spiegel. Een druppel licht vecht verder. | |
[pagina 437]
| |
[pagina 438]
| |
‘U bent tot hier geraakt’, zegt de man aan de deur. ‘En nu wilt u buiten. Niets. Geen drijfveer. Het laken wordt er niet afgehaald. Geen geluid. Dwars door de kamer, in zwart gekleed. Dwars door de spiegel, en zo dwars door het zwart-witdecor. Dit is mijn kamer. Men blijft. Men weet niet wat het is.’ | |
[pagina 439]
| |
[pagina 440]
| |
‘En nu wilt u buiten. Neem maar een stuk uit de muur.’ Daar hebben we het, denkt hij. Een verhaal dat de appels doet vallen, recht de wereld in. ‘U bent tot hier geraakt’, zegt de man aan de deur. ‘En nu wilt u weer.’
Het is de kamer binnengedrongen met hem. Het doet hem lopen. Het doet hem een blik in de spiegel werpen en zijn blik richten op de man in zwarte kleren, een goedkope acteur die zo dwars door het zwart-witdecor loopt. Daar is het. | |
[pagina 441]
| |
[pagina 442]
| |
Zo gemakkelijk is het. Keer om. ‘U bent tot hier geraakt’, zegt de man. ‘En nu wilt u binnen. U zal een stuk uit de muur moeten nemen.’ Men wacht. Hij tast de muren af, beklopt de vier eiwitte wanden. Er ontstaat een scheur. En nog een. Een kat kijkt naar een scheur. Een kat kijkt in de spiegel en herkent vaag zichzelf. Iemand heeft een laag verf over de spiegel gelegd. De vloer wordt opgetild, opgeschud als een laken. Alles komt terecht. Een krater. En nu wik u buiten. Een stuk is uit de muur gevallen. | |
[pagina 443]
| |
[pagina 444]
| |
Dit is de gelijkenis: men snijdt er een stuk uit. Men vriest het in. Een wetenschap. Een kat zit voor zich uit te kijken. Vogels zwijgen. Niets wordt onthuld. Wat hij meeneemt, uit de hoeken snijdt, onder de vloer vandaan haalt, een laken, zal het worden gemist? Hij klopt. Voor het eerst contact. Daar scheurt zijn huid. Een goedkope acteur. Gaat zo dwars door het zwart-witdecor. Kijk. | |
[pagina 445]
| |
[pagina 446]
| |
‘En nu wilt u dus. Nadat u dus in de kamer binnegebroken bent. Nadat u dus erin geslaagd bent de meneer uit zijn evenwicht te duwen en hem zo neer te laten komen dat hij op een kruispunt blijft liggen zonder zijn geruite tas en zonder zijn geruite hond, u mag gerust de prijs voor Held Zonder Dat Men Het Zelf Weet komen ophalen’, hoort hij. Hij komt aan bij het zwarte vierkant. ‘U bent tot hier geraakt’, zegt men. ‘En nu wilt u dus, wel, binnen.’ Eenmaal binnen. Beklop de wanden. Teken een scheur. Nog een. Tot de spiegel scheurt en vaag zichzelf herkent. Een laag verf. De vloer opgetild. Alles op precies dezelfde plaats. Nogmaals muren. Een scherf o ja. | |
[pagina 447]
| |
[pagina 448]
| |
De vloer optillen en kantelen. Volgens instructie. ‘U bent tot hier geraakt’, klinkt het. Dat klopt. De vloer wordt nog eens opgetild, opgeschud als een laken. Alles komt op precies dezelfde plaats terecht. Hij klopt nog eens op de muren. Een witte streep ijs. Maar hij weet niet wat het is. Deze kamer is alleen voor u bestemd. Hij gaat weg. Alle muizen zijn wit geverfd. Zodat men ze 's nachts kan zien. En nu wilt u naar buiten. | |
[pagina 449]
| |
[pagina 450]
| |
Ergens binnen, dan ook weer buiten. ‘En nu wilt u buiten. Neem maar een hap uit de muur.’ | |
[pagina 451]
| |
[pagina 452]
| |
Hij klopt op de muren. Een man, in zwart gekleed. Een blik. De spiegel. Zichzelf. Acteren. Dwars door het decor. Men weet niet wat het is. Hij kijkt in de spiegel. Weet niet wat het is. ‘U bent tot hier geraakt’, zegt de man buiten. ‘En nu wilt u binnen.’ Ga weg en laat het open. Uw kamer. Gebroken. | |
[pagina 453]
| |
[pagina 454]
| |
Hij kwam aan. ‘U bent tot hier geraakt’, zei de man buiten. ‘En nu wilt u een ingang vinden.’ Een kat zat voor zich uit te kijken en zweeg. Kijk achterom. Een blik achterom. Herkent vaag zichzelf. Twee lichamen. Op zoek naar iets om vast te houden. Hij klopt nog eens op de muren En hoe kan het. De vloer wordt opgetild, opgeschuld als een laken en alles komt recht. | |
[pagina 456]
| |
Factory #1 Philippe Van Snick Vechtende spiegels
Concept Saskia de Coster en Pieter Vermeersch
Tekst Saskia de Coster Beeld Pieter Vermeersch Vormgeving Luc Derycke Curator Luk Lambrecht Webmaster Emanuel Maes Coördinatie Hugo Bousset en Kurt Snoekx
www.tegenlicht.org |
|