Voordat Mary haar lustberovende waarnemingen doet, is Breekveld losgebarsten in wat je bijna een hooglied kunt noemen:
U bent een mooie vrouw, Mary Jongstra. Mag ik u iets over vrouwen vertellen? Ik heb er studie van gemaakt, geloof me, ik heb er verstand van. Vrouwen worden alleen maar mooier naarmate ze ouder worden. Heus, ik heb jonge vriendinnen genoeg gehad met harde lijven, het vlees strak aan de huid... Ik vind er niets aan. Een vrouwenlichaam moet geschiedenis hebben, het vlees moet een beetje zijn geweken, de huid die daar als het ware als fluweel overheen ligt geplooid. De huid van de rug, over de schouderbladen gewelfd als een stuifduin. Borsten waar de eerste lijntjes van de tijd in zijn getrokken...
Deze warme woorden komen welgemeend uit Breekvelds mond, zonder een spoor van ironie. De Jongstra in het boek laat zich in dezelfde geest uit en de Jongstra buiten het boek is een identieke overtuiging toegedaan.
En dan komt een Marja Pruis met de vraag:
‘Hebt u een hekel aan vrouwen?’
Natuurlijk heb ik er bij dat interview helemaal niet het zwijgen toegedaan. Er was publiek bij, en publiek moet je bedienen. Ik meen me te herinneren dat ik om Marja Pruis heen ben gaan werken, in monoloogvorm. Van een woordenwisseling met haar herinner ik mij tenminste niets.
Jaren later wisselden we weer een woordje, Marja en ik. Ze was er nogal verbaasd over, geloof ik. Misschien schaamde ze zich een beetje over die ene vraag.
‘Wil je wel met mij praten?’
‘Ach vrouw Pruis’, zei ik. ‘Vanavond is het feest.’
Want dat was het. Feest.
‘En dat interview... Daarover ligt de nevel van de tijd.’
Ze bleek een sympathieke vrouw te zijn, dus inderdaad: we babbelden vrolijk. Sans rancune.
De Jongstra buiten het boek is dus een identieke overtuiging toegedaan. Ik hou inderdaad niet van onbeschreven bladen. Een vrouw moet geschiedenis hebben, zowel geestelijk als lichamelijk. Jonge meiden (‘alles strak’) zijn niks voor mij. Daarbij: als je iets met een jonge meid begint, dan moet je altijd op vakantie naar Amerika. Auto huren, van oost- naar westkust, Route 66, dat werk. Ik heb al mijn vrienden die hun liefde in de leeftijdscategorie jonger/jongst zochten zonder uitzondering doodmoe en zuchtend van liefdesreisje USA terug zien keren.
Voor mij hoeft zo'n tocht niet. Op tv zie ik genoeg Amerika, en het ware vuur schuilt in een vrouw die ouder is dan ik.
Op het idee van de vrouwenhuid die als een zandduin over diepere ruglagen gestoven ligt kwam ik door een foto van Marlo Broekmans en