[2003/5]
Beste lezers,
Saskia de Coster, die de kernredactie komt versterken, lanceerde de idee voor een kettingnummer - een soort feuilleton dat begint met een videostill van Bill Viola, acht hoofdstukken telt en eindigt met een still van Anna Gaskell. Zij schreef de eerste tekst, Leon Gommers pikte daarop in, vervolgens gingen die teksten naar Marc Reugebrink, Bas Groes, Elma van Haren, Yves Petry en Koen Peeters. Kamiel Vanhole schreef de slottekst.
Naar aanleiding van de publicatie van deze aflevering organiseert DWB een literaire performance in de damestoiletten van het STUK te Leuven op maandag 17 november (20.30 u.). De voorstelling is gebaseerd op een remix van tekstmateriaal, beeld en klank, en bestaat uit een video, een ceremonie en een party, waarbij de grenzen tussen personages, auteurs, acteurs en publiek vervagen.
Voorts hebben Hans Vandevoorde en Dietlinde Willockx een dossier van en over Christine D'haen samengesteld, met bijdragen van Christine D'haen, Hans Groenewegen, Dirk de Schutter, Joris Note en Paul Claes. Ten slotte maakten Anne Decock Van Raef en Walter van den Broeck een katern met kritiek op de kunstscène en op alle mogelijke opdrachten waarmee kunstenaars worden ingelijfd en in hun ‘intellectueel-artistiek bezigzijn’ gefnuikt. Ook de DWB-katernen ontsnappen niet aan hun geheven vingertje. Lees hoe ze samen in deze cross-overkatern vrolijk hun gang mogen gaan en daardoor de geuite kritiek (wat DWB betreft) eigenhandig ondergraven. De lezer kan het allemaal zelf beoordelen, maar ik krijg altijd claustrofobische gevoelens bij Kunstenaars die vinden dat hun Kunstwerk wordt verkracht door al wie het aanraakt, het aan de muur hangt, het koopt, ernaar kijkt, erover schrijft, erop reageert. Met Maurice Blanchot denk ik dat een kunstwerk een ‘espace de résonance’ is, dat alleen door de ‘andere’ tot leven kan worden gebracht.