Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 145
(2000)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 434]
| |
Gert Verschraegen
| |
[pagina 435]
| |
Die nadruk op pijn en geweld moest de verdringing van het industrialisme uit de westerse cultuur en kunst aantonen. Want de industriële onderbouw van onze samenleving is voor de kunst altijd een pijnlijk smerige aangelegenheid geweest. De donkere, duivelse fabrieken leverden ons energie, maar geen schoonheid. Mijnen, scheepswerven en hoogovens werden geweerd uit de hoge cultuur; ze werden geassocieerd met vuiligheid, zweet en stank. De esthetiek van het industriële leven werd nooit echt ontwikkeld, maar is blijven steken in de jaren dertig toen schilders als Léger, Grosz en Rivera de heroïek van het oprukkende fabrieks-socialisme verbeeldden. In de gewijde stilte van het museum doen hun grote, kleurige doeken of fresco's (van Rivera) vooral één ding: ze zwijgen over het helse lawaai in de fabrieken. In de muziek zelf is het geluidsrepertoire van het industriële leven onbenut gebleven. Hoewel de futuristen begin deze eeuw al riepen om ‘noise’Ga naar voetnoot1, heeft pas de rockmuziek de mechanisering en elektrificatie van het dagelijkse leven ook muzikaal benut. Pas met het ontstaan van ‘noise’ en ‘industrial music’ werd de machineverheerlijking waar de futuristen in voorgingen ook in de rockmuziek aangewend. De evolutie van de rockmuziek valt - niet toevallig - samen met de toenemende infiltratie van lawaai in het alledaagse leven. Vanaf de jaren vijftig dringen nieuwe en steeds meer geluiden de woonkamer binnen: radio, televisie, telefoon, elektrische huishoudtoestellen, hifi-installatiesGa naar voetnoot2. Op de wegen wast het gemotoriseerde verkeer aan. Auto's, trams, ambulances met sirenes, bussen en vrachtwagens scheuren door de straten van de stad naar de brede autosnelwegen. De openbare ruimte wordt gekoloniseerd door het lawaai: beveiligingsalarmen, elektrisch versterkte kermisattracties en muzak doen hun intrede. Stilte wordt een luxe. ‘Het is alsof de laatste rest stilte die er nog is, weggedrongen moet worden, alsof er een bevel is uitgevaardigd om in elke mens en in elk huis de stilte als een vijand te vernietigen. De vliegtuigen zoeken de hemel af naar de stilte, die achter de wolken gelegerd is, de slagen van de propellers zijn net aanslagen tegen de stilte. De grote stad is net een reusachtig reservoir van lawaai. Het lawaai wordt in de stad gefabriceerd, zoals een waar wordt gefabriceerd, het ligt er opgestapeld, in voorraad, helemaal van het voorwerp losgemaakt waaruit het kwam, opgeslagen boven de stad en neervallend op | |
[pagina 436]
| |
mensen en dingen’, zo schrijft Max PicardGa naar voetnoot3. De niet-aflatende geluidsstroom die de stad voortbrengt, blijkt voor velen onverdraaglijk. Het stadslawaai vormt ongetwijfeld een van de oorzaken van de stadsvlucht die vanaf de jaren zestig begint. De meer gegoeden verhuizen naar rustiger oorden. In de slaapsteden en verkavelde tuinwijken gaan ze op zoek naar de stilte van weleer. Daar genieten ze van een welverdiende nachtrust en een vredig weekend, af en toe verstoord door de elektrische grasmachine van de buurman. De stedelingen blijven achter tussen het kabaal. Het gedruis van het verkeer, de herrie van de boven- of onderburen en het opbreken van de voetpaden doen hun oren tuiten. Wie zich geen geluidsgeïsoleerd huis of appartement kan veroorloven leeft in een akoestische ruimte van permanent lawaai. Zeker voor de economisch zwakken, de fabrieksarbeiders, daklozen en vuilnisophalers blijven de bouwwerven, het lawaai van het verkeer, de seriële ritmes van productielijnen een dagelijkse en onontkoombare realiteit. Uit die onontkoombaarheid is ook Einstürzende Neubauten geboren. Zoals Blixa Bargeld steevast benadrukt in interviews had hun lawaaierige ‘sound’ aanvankelijk niets te maken met een avant-garde houding, maar wel met de materialiteit van de grootstad waarin ze leefden. ‘Iedereen denkt dat we met ongewone instrumenten begonnen te werken omdat we nieuwe klanken zochten. In feite hadden we ons drumstel moeten verkopen uit geldgebrek. Toen heeft Andrew Chudy een drumstel gemaakt van materiaal dat hij op bouwwerven vond, van stukken metaal en zo. Het zag er uit als een drumstel, en het had maar vijf mark gekost, dat was het belangrijkste.’Ga naar voetnoot4 Er was geen geld, maar de geluiden lagen voor het grijpen. Even de bouwwerf op, wat rotzooi en junk bijeenrapen en de Neubauten kon aan de slag. Instrumenten werden geconstrueerd met bouwafval, met de resten van afgebroken gebouwen, met de rommel die achterblijft nadat een nieuw gebouw is afgewerkt. Het doorlopende proces van creatieve destructie (Schumpeter) dat de moderne stad én de rockmuziek kenmerkt,Ga naar voetnoot5 werd door de Einstürzende Neubauten wel erg letterlijk genomen. Terwijl de modale gitaargroep dit moderne proces van afbraak en opbouw concretiseert door de spanning tussen ontwrichte, dissonante of uiteenvallende geluiden enerzijds, en zuivere, melodische en harmonische geluiden anderzijdsGa naar voetnoot6, mimeren de Neubauten de voortdurende afbraak en opbouw in groepsnaam en instrumentarium. | |
[pagina 437]
| |
Op hun meest recente cd, Silence is sexy, staat een nummer over de afbraak- en bouwwoede op de Potzdammer Platz in het huidige Berlijn. Dat is de plaats waar de geschiedenis van de stad het meest zichtbaar was. Nu behoort ze toe aan de corporate architecture van Sony en Mercedes-BenzGa naar voetnoot7. ‘Alles nur künftige Ruinen
Material für die nächste Schicht
(...)
Die neuen Tempel haben schon Risse
künftige Ruinen
einst wächst Gras auch über diese Stadt
über ihrer letzten Schicht’Ga naar voetnoot8
Dit zingt Blixa Bargeld in ‘Die Befindlichkeit des Landes’. Ook de tempels van Sony en Mercedes zijn gedoemd om in te storten. Het zijn niet meer dan toekomstige ruïnes, materiaal voor een volgende laag gebouwen. De vertrouwde Neubauten-thema's zijn dus ook op deze nieuwe, erg interessante cd aanwezig. Net als zijn voorganger Ende Neu klinkt Silence is sexy opmerkelijk rustig. Af en toe komt de industriële ‘noise’ nog even aan de geluidsoppervlakte drijven, maar over het algemeen zijn de songs kalm en uitgebalanceerd. De staalpercussie wordt meer en meer ingeruild voor een klassiek instrumentarium (er staan - godbetert - violen op deze cd). Die muzikale evolutie sluit naadloos aan bij het langzame verdwijnen van het industrialisme uit onze westerse maatschappij. Die droomt ervan de oude vervuilende schoorsteenindustrieën, de lawaai producerende machinerie voor altijd achter zich te laten, en een nieuw tijdperk binnen te gaan waar de enige machines geruisloze elektronische of digitale doosjes zijn die zonder zware mechaniek en mankracht werken. In de westerse beeldvorming gebeurt productie nu zonder transpiratie, vervuiling en lawaai. In die properheid en stilte ligt voor een groot stuk de aantrekkelijkheid van hightech. Die beantwoordt aan een diep collectief verlangen dat wij met ons meedragen sinds het begin van de industriële revolutie, een verlangen naar een cleane, geruisloze wereld waarin geen behoefte meer bestaat aan mijnwerkers, fabrieksarbeiders, bouwvakkers en vuilnisophalers, maar waar ieder van ons tot het in witte boorden geklede en op knopjes drukkende personeel behoort. De chaotische, vervuilende en lawaaierige wereld van de industriële maatschappij kan dan plaatsruimen voor de zachte, geluidsarme omgeving van het laboratorium en de digitale fabriek. | |
[pagina 438]
| |
Op Silence is sexy worden deze nieuwe geluidscondities geëxploreerd. Wat vooral opvalt is het uitgekiende gebruik van stilte. Net zoals vroeger de klankmogelijkheden van het lawaai werden verkend, wordt nu de stilte tot muziek gemaakt. De Neubauten verzetten zich daarmee tegen het dominante beeld dat we hebben van de stilte. Dat is er een van negativiteit, afwezigheid van geluid. De stilte is een leegte, zij staat voor de afwezigheid van het woord, de arbeid, het plezier en gelach. Ze komt ons voor als een gebrek aan communicatie en socialiteit, doet ons denken aan het zwijgen van de eenzame. Stilte is dreigend, ze komt voor de storm maar na het feest, samen met de nacht die invalt als alle mensen naar huis zijn en het rumoer en gebabbel gesmoord zijn. Maurice Maeterlinck schreef ooit dat we de afwezigheid van geluid vrezen omdat het een voorafspiegeling is van de dood. De stilte komt samen met de verstijving van het lichaam en verdwijnt in het gemurmel op de begrafenis. Nochtans is stilte geenszins synoniem met de afwezigheid van klanken, beweging en leven. Stilte in absolute zin kan zelfs niet bestaan. De nulgraad van het geluid kan hoogstens experimenteel worden benaderd in geluidsarme kamers of studio's. Maar ze kan niet worden beluisterd. Want elke menselijke aanwezigheid laat sporen van geluid achter. In een geluidsarme kamer of studio klinkt elke menselijke beweging des te harder. Het kloppen van het hart, het circuleren van het bloed, het knipperen met de wimpers. Wie goed luistert, hoort altijd iets. ‘There is no such thing as silence. Something is always happening that makes a sound. No one can have an idea once he starts really listening. It's very simple but extra-urgent’, zo schreef John Cage in zijn lezingen over klank en stilteGa naar voetnoot9. De Einstürzende Neubauten heeft zijn raad opgevolgd. In de titelsong van Silence is sexy dwingen ze de luisteraar naar de stilte te luisteren. Nooit heeft de stilte zo een hels lawaai gemaakt. ‘De groep stond volledig opgesteld in de studio, maar speelde niet. Ik dacht dat de stilte dan dwingender zou zijn, dat de luisteraar zou voelen dat er meer was dan de stilte van een lege studio. Daarna hebben we met een supergevoelige microfoon kleine geluiden opgenomen, zoals huid die aangeraakt wordt, papier dat wordt gescheurd. Daarbovenop rook ik een sigaret, en het roken geeft het ritme aan: je hoort de aansteker, ik neem een trek, en de groep speelt. Dan weer de stilte van ons vijven in de studio, tot ik weer aan de sigaret trek.’Ga naar voetnoot10 Discografie |
|