| |
| |
| |
Pol Hoste
Jonge gasten gelijk Hugo Claus
Claus in Tijd en Mens
- Het wordt niet dikwijls gevraagd. Een West-Vlaming. Courtrai-Texas. In Gent getrouwd. Maar geen commerce begonnen.
- Persoonlijke gegevens niet kennen. Eerst bij de nonnen. Later naar het college.
- Niet kennen. Steeds bekroond. Artiste de peintre, écrivain.
- Ze vragen alleen de data van de verschillende uitgaven.
- En Richard Minne?
- Hoe komt ge daar nu bij?
- Ik moest daar ineens op peinzen.
- Ik leer alles van buiten voor literatuur.
- Dat is het beste. Wiskunde kunt ge begrijpen, scheikunde, natuurkunde. Maar Nederlandse literatuur? Ik heb dat nooit graag gelezen.
- Misschien dat ze Claus vragen. Een tuyau. Tijd en Mens zullen ze wel niet vragen. Wie weet er nu wat Tijd en Mens is.
| |
Bedoelt ge de nieuwe mens?
Voor de oorlog had er een nieuwe mens kunnen ontstaan. Tijdens de oorlog. Ook nog. Maar niet daarna. Daarna was het afgelopen. Dat is mijn gedacht. Er is veel goeds aan het fascisme. Men vergeet dat dikwijls. Neen, ge verstaat mij niet. Ik heb niet gezegd het nazisme. Ik heb gezegd het fascisme. Kijk naar Italië. Het futurisme. Met Marinetti? Onder andere. Claus had dat ook gekund. Hij was gezond. Hij had talent. Maar hij heeft voor de decadentie gekozen. Zijn hart verloren aan een filmster. Jong zijn. Het fascisme was veel beter geweest. Voor Vlaanderen. Het fascisme is iets wat Vlaanderen ligt. Ge kunt dat draaien of keren gelijk ge
| |
| |
Hugo Claus door Jan Cox (1952)
| |
| |
wilt. Het zal altijd terugkomen. Met de Duitsers was het bijna gelukt. Twee keer. Maar het heeft niet mogen zijn. De nieuwe mens is in Vlaanderen niet tot stand gekomen. En hij zal niet tot stand komen! Ge zult dat zien. Kijk naar Van Ostaijen. Het is hetzelfde geweest. Van Ostaijen had gecollaboreerd. Als ge zo begint hebben ze allemaal gecollaboreerd. Ernest Claes, Felix Timmermans, De Pillecyn, Streuvels, Walschap, Elsschot. Iedereen. Het mag niet gezegd worden. Alleen de rest mag gezegd worden. Waarom denkt ge dat ze hebben gecollaboreerd? Waarom? Neen, ge verstaat mij nog altijd niet. Ge woont in Vlaanderen en ge verstaat er juist niets van.
- Wordt nooit gevraagd.
De Amerikanen hebben gewonnen. Het is gedaan met Europa. En Hugo Claus? Het enige dat hem nog interesseert is: ervan profiteren. De decadentie. Maar hij verkoopt goed. Hij zal altijd goed verkopen. Hij had kunnen meewerken. Maar nu niet. Nu kan hij alleen maar lachen met alles. Spotten. 't Is al. Ge kunt hem geen ongelijk geven. Er is geen voorbeeld meer. Geen tijdsbeeld, geen mensbeeld. Europa heeft de oorlog verloren. Miljoenen slachtoffers. Is het nu beter? De Amerikanen hebben geen mensbeeld. Kijk naar hun films. Alleen paarden. Ze hebben alleen paarden. Paarden en gangsters. Ze kennen alleen geld. Gelijk de West-Vlamingen. Geld en macht. Gelijk in de politiek. En ze hebben de atoombom. Van de Duitsers dan nog. Frankrijk gaat ook de atoombom maken. En China. Straks China. Ze hebben het hier ver gebracht in Vlaanderen. Een bende onnozelaars. In de politiek, op cultuur, in de literatuur. We hebben geen literatuur meer. Schrijvers, ja. Ik kan ook schrijven. Maar literatuur? Wie hebben we hier nog? Claus, ja. Hugo Claus. Hij zou het gekund hebben. Maar nu hebben we niets meer. Ik kan hem natuurlijk verstaan. Wat valt er in de Vlaamse literatuur te rapen? Oude vrouwen, gefrustreerde weduwen, alcoholiekers, intellectuelen. Gaat daar mee naar de oorlog. Ik zou ook liever bij de filmsterren zitten. Jonge wijven. Kijk naar Boon. Waarom? Omdat er geld zit in de film. Gelijk in de schilderkunst. Zwart geld. In de literatuur zit er geen geld. Hugo heeft dat goed bekeken. Het is geen uil. Een bende sukkelaars. Hoe moet ge daar nu grote literatuur mee maken? Hier komt nooit geen grote literatuur meer. En iedereen weet dat.
- Heeft Hugo Claus kinderen?
- Niet kennen.
Hij schrijft in Tijd en Mens. Tijd en Mens, wat is dat? Wat heeft dat met de nieuwe mens te maken? Ze hebben niet gecollaboreerd. Ze hebben met de Amerikanen gecollaboreerd. Kent ge Ezra Pound? Neen, ge kent Ezra Pound niet. De Amerikanen hebben hem vastgezet. Ik zit hier feitelijk mijn tijd te verliezen. Welke tijd?
| |
| |
Hugo Claus, 1950. Privé-verzameling.
| |
| |
| |
Wilt ge zeggen: de nieuwe tijd?
Het idee van de oude vrijzinnigen over de nieuwe tijd. De opvattingen van de oude liberalen? Als ge rijk zijt is het gemakkelijk. De vrijzinnige socialisten van voor de oorlog, wil ik zeggen. Niet de liberalen. Verschilt dat? De vooruitgang van de socialisten. Le progrès van de liberalen. Het verschil van de différence. Baron Buysse. Hij schreef niet slecht. Het gezin van Paemel. Het humanisme is toch niet alleen van de liberalen. De vrijzinnigheid toch ook niet. Bourgeois. Ik heb daar geen ander woord voor. Schijn. Pose. Gelijk Hugo Claus. Auteurs. Poseurs. Er zijn toch ook socialistische schrijvers geweest in Vlaanderen. Noem ze mij. Hugo Claus, zeker. Hij komt van bij de kaloten. Neem nu Geestesleven van Vooruit. Met het theater, de beeldende kunst, de literatuur, de muziek. Ik zie dat breder, ik. Kent gij nog socialisten? De liberalen hebben er Amerikanen van gemaakt. Wat is Hugo Claus?
- Niet kennen. Vragen dat niet.
- Alleen de verschillende uitgaven. Walravens is een liberaal. Boon komt van bij de communisten. Claus van bij de katholieken. Een schoon gezelschap, Tijd en Mens. Opportunisten. Boon schrijft in Het Laatste Nieuws. Voor het geld. Een socialist. Zuiver reformisme. Kent gij socialisten? Ik ken geen socialisten. Vos. Vos is een socialist. (Bedoelt Hendrik J. de Vos.) Maar de rest? Liberalen. Ze komen allemaal van bij de liberalen. Boon van bij de communisten. Albert Camus, Jean-Paul Sartre. Als ge zo begint komen ze allemaal van bij de communisten. Voor mij is het socialisme een wereldopvatting, een mensbeeld, een tijdsvisie. Maar het is ook een literatuuropvatting, een cultuurpolitiek, een algemeen streven naar een betere mens. Op ethisch gebied wil ik zeggen. Het christendom. Ge verstaat mij niet. Gorter bijvoorbeeld. En Henriëtte Roland-Holst.
- Niet kennen.
Van Eeden, Walden.
- Ze vragen alleen De kleine Johannes.
Waarom niet Thomas More en Erasmus. Als ge zo begint. Galilei was ook een geestelijke. Ik zeg alleen dat het socialisme niet bestaat in Vlaanderen. Alleen bij de mensen die op de fabriek werken. Daar wel. Maar die hebben ze langs alle kanten bij hun kloten. Die worden er opgelegd. Heeft dat met literatuur te maken? Literatuur heeft ook met hen niets te maken. Tijd en Mens had iets kunnen zijn. Maar ze zijn verkocht. Aan het geld en het succes. Alleen bezig met hun eigen. Als het niet meer over hun eigen gaat, wordt het onverstaanbaar. Kunst- en vliegwerk. Misschien zijn het gevoelige zielen, denk ik altijd. En op de fabriek? Werken er daar geen gevoelige zielen? U door zeveraars de les laten lezen.
| |
| |
Gedichtjes. Als ze experimenteel willen zijn, dat ze zich dan niet Tijd en Mens noemen. Voor mij is de mens, de mens. Niet het experiment van een artiest. Voor mij gaat het om alle mensen. Ook de verdrukten in de wereld. Overal. Omdat het socialisme voor mij nog zijn waarde heeft. Het betekent solidariteit. Het socialisme is voor mij een gedachtegoed dat men deelt met de ander. De nieuwe mens, dat is voor mij niet een filmster in Frankrijk. Pose, bluf. Claus is een parvenu. Geen socialist. Een bohémien in Italië, dat noem ik een liberaal. Met geld of zonder geld. De nieuwe mens betekent toch in de eerste plaats het humanisme? Dat zijn toch niet alleen de arbeiders in de fabriek? Versta mij niet verkeerd, het is ook hun schuld niet dat ze niet opgevoed zijn. Men zou ze moeten opvoeden. Met gasten gelijk Hugo Claus zeker? Hij is nog groen achter zijn oren van op het pensionaat. Hugo Verriest! Maar hij denkt dat hij al kan schrijven. Heeft hij ooit zijn school uitgedaan?
- Niet kennen.
Neen, met de socialistische volkshuizen, zo gelijk vroeger. Met cultuur, voordrachten, ontspanning, muziek, turnen, toneel. Gelijk de patronages? Ik zie dat ruimer. Cultuur moet samengaan met sociale strijd. Iedereen wil een frigo. Een auto op krediet. Men moet de mens opvoeden, ontvoogden. Ik kan dat ook allemaal niet zo goed uitleggen als gij. Ge verstaat wel wat ik wil zeggen. De democratisering van de maatschappij, de internationale solidariteit van de werkers. Waar dat gij van spreekt! Dat is van voor de oorlog. Nu wil iedereen een frigo en een auto. De socialisten krijgen geld van Amerika. En de Amerikanen hebben geld. Zijn ze ooit gebombardeerd? Nooit. Never. Maar als het humanisme van ginder naar hier moet komen! Coca-cola. Santé! Misschien dan opnieuw van de oude liberalen? Boon kan in De Vlaamse Gids schrijven, dat is nog een gedacht. Hij schrijft al in Het Laatste Nieuws. Hebben wij geen jongeren die kunnen schrijven? Dat vraag ik mij af. Ze worden miskend. Claus niet. Hij komt van bij de kaloten. Hij mag in Tijd en Mens schrijven. Socialisten. En wat kan hij? Avant-garde, experimenteel. Dat is met schilders ook zo als ge niet ziet wat erop staat omdat ze niet kunnen schilderen. Non-figuratieven.
- Vragen ze Cobra?
- Alleen de afkorting.
Van Ostaijen ook. Experimenteel. Ook bij de Duitsers gezeten. Gecollaboreerd. Wel, het is daarom dat ik zeg: Guido Gezelle. Gij altijd met uw Guido Gezelle. Het is mijn jeugd. Alice Nahon ook. Dat is ook uw jeugd. Ja, dat is mijn jeugd! Tijd en Mens is opgericht met mensen van onze generatie, uit ons milieu. Niet dat wij tot hun milieu behoren, maar toch. Claus is een filmster. James Dean. Waarom laten ze hem dan in Tijd en Mens schrijven? Onze
| |
| |
ideeën kunnen hem geen kloten schelen. Als hij daar al op het college zou van gehoord hebben... Van Guido Gezelle zeker? Het schijnt dat Gezelle een enorme schedelinhoud had. Ik heb het niet over de schedelinhoud van Guido Gezelle. Ik heb het over Tijd en Mens. Hebben we niemand van bij ons? Hebben wij geen jongeren die kunnen schrijven? Neen. Ze worden miskend. Claus niet. Hij komt van het college. Experimentele poëzie. Dat is gemakkelijk als ge niet naar het resultaat moogt kijken. Gaat dat maar eens op de fabriek tegen uw baas gaan uitleggen. Baas, 't is experimenteel. Misschien is het in Holland beter. In Holland? Gierigaards. Wat hebben wij met de Hollanders te maken? Wij hebben niets met de Hollanders te maken. Nou, nou, nou. Het is al wat eruit komt. Ge gaat gij daar toch altijd om boter? Dat is al. En om sigaren. Onze literatuur heeft niets met Holland te maken. In Hulst. Ze hebben degelijke meubels in Hulst. Maar niet esthetisch. Een beetje stijf. Stijve Hollanders. Pretentie, dat hebben ze. Hugo Claus heeft ook pretentie. Dat hij naar Holland gaat. Ze moeten Claus niet in Tijd en Mens laten schrijven. Hij heeft daar niets verloren. Hij schrijft alleen maar over zijn lief, een filmster. Dat hij in De Vlaamse Gids schrijft, maar dat hij met zijn poten van Tijd en Mens afblijft. Een poseur. Een imposteur. Hij maakt dat tijdschrift alleen maar kapot. Hij maakt alleen maar dat een ander er niet in kan schrijven. Dat is al. Nog een beetje en ze kunnen het vergeten. Zien ze dat dan niet in de vrijzinnige milieus? Maar dat is juist de vrijzinnigheid in Vlaanderen. Jonge gasten die van bij de kaloten komen omdat ze geen carrière kunnen maken. De afval. Wat ze bij de jezuïeten niet moeten hebben. Ik zeg het, die worden door de socialisten en de liberalen met open armen ontvangen. Daarom is heel Vlaanderen katholiek. Van onderen tot boven. Tsjeven. Claus
ook. Tegen de pastoors. Claus gaat niet meer naar de kerk. De katholieken gaan ook niet meer naar de kerk. Claus maakt grappen over de nonnen. Maar de katholieken doen niet anders als grappen maken over nonnen en pastoors. Hij is zo katholiek dan de katholieken. Hij is alleen wat slimmer dan de rest. Daardoor heeft hij hen bij hun kloten. Ze zijn te dom. Noemt gij dat literatuur wat hij schrijft? Wat noemt gij dan literatuur? Ik? Dostojevski. Maar ge gaat er wel om naar de bibliotheek van het Willemsfonds. Bij de liberalen. Wat heeft dat ermee te maken? Er komen daar socialisten ook. De voorzitter van het Willemsfonds is zelfs een socialist. Ik noem dat geen socialist. Hij komt van bij de liberalen. Ik weet het. Ze komen allemaal van bij de liberalen. Wat heeft dat met Dostojevski te maken? Ge hebt toch eens een boek van Hugo Claus meegebracht ook. Waarom niet? Ik noem dat geen literatuur. Dostojevski, dat noem ik literatuur. Hemingway, Steinbeck, Faulkner, Flaubert. En Emile Zola? Emile Zola ook. Maar Guido Gezelle niet. Wel, ik lees Guido Gezelle soms graag. Lees dan Hugo Claus
| |
| |
ook maar. Wel, ik heb het gelezen. Wanneer? Toen het hier lag. Ge hebt dat niet gezegd. Neen, want ik vind het pornografisch. Ik noem dat echt pornografisch. Hij komt van bij de kaloten. Dat is normaal. Dat hij dan daar blijft. Wat moet hij bij Tijd en Mens komen doen. Hebben wij dan niemand? Vos. Mensen als Vos zouden iets kunnen doen. In het onderwijs. Want het begint allemaal bij het onderwijs. Begint het niet allemaal bij het onderwijs? Collard. Kijk maar eens naar Collard. Ge hebt gezien wat er gebeurd is. En Vos? Vos zit in al die commissies. Maar wat kan hij doen? Gasten gelijk Claus maken alles kapot. Waarom kunnen ze dan geen andere mensen in Tijd en Mens laten schrijven? Omdat de socialisten nooit hun eigen mensen erkennen. Daarom. Ze nemen nog liever iemand van de andere kant. Dat is in de ziekenbond ook zo. Iemand die overkomt van de andere kant, dat is weer iemand bij. Van ons weten ze toch dat we blijven. Waar moeten we naartoe? Daarom dragen ze Hugo Claus op handen. Ik zal niet zeggen dat men jonge mensen geen kans moet geven. Maar waarom moeten het altijd mensen zijn van bij de anderen? Geven de anderen soms een kans aan mensen van bij ons? In onze scholen geven de pastoors les. En betaald. Ik zou eens willen zien dat ge ginder zedenleer gaat geven. Ge zoudt er zelfs nog geen wiskunde mogen geven. Dat is nog wat anders! Maar bij ons wordt Hugo Claus met open armen ontvangen. Omdat hij denkt dat hij kan schrijven. Het is maakwerk. Afgekeken van de Amerikanen. Geen probleem. Hij krijgt er zelfs een literaire prijs voor. Van Manteau. Waarom moet hij zo worden gevierd? Begrijpt gij dat? Dat hij schrijft, tot daar toe. Maar zo gevierd altijd. Worden de anderen zo gevierd? Ik versta dat niet. Dat de anderen hem zo vieren. Dat niemand daar ooit iets over zegt. Of over durft zeggen. Dat hangt allemaal aaneen, peins ik. Met de politiek en al. Dat kan toch niet anders. Op de ziekenbond is dat ook zo. De
socialisten verraden altijd alles. Socialisten? Er zijn in Vlaanderen toch geen socialisten. Hoe moet ik ze dan noemen, ik weet het ook niet meer. Wel, ze zijn gelijk Hugo Claus. Hij schrijft Amerikaanse literatuur in het Vlaams. De mensen willen bedrogen worden. Wat doet ge daaraan? Ziet Boon dat dan niet? Boon? Die heeft het toch ook van de Amerikanen afgekeken? Van wie had hij het anders moeten afkijken? Van de Russen, van de Fransen. De Amerikanen zijn onze bevrijders. Boon is bij de socialisten en liberalen gegaan en hij heeft hem een huis kunnen zetten.
| |
Vogelzang?
Van als ze wat geld hebben is het rap gedaan. Kijk naar Albert Camus. Vroeger was Boon Boon. Maar nu komt hij op de teevee.
| |
| |
Het schijnt dat hij aan de drank is. Hij is al jaren aan de drank. En hij zou niet mogen. Van zijn maag. Een wreed slechte maag. Een geluk dat hij Jeanneke heeft. Sedert hij op de teevee komt, schrijft hij niet veel meer dat nog de moeite waard is, vind ik. ‘Jamaar, hij is heel zijn leven miskend geweest,’ zegt Jeanneke. ‘Voor hij op de teevee kwam. Op De Rode Vaan. Op de Vooruit. Het is voor het eerst dat hij wat verkoopt. Met die quiz.’ Ik moet daar mee lachen, miskend. De mensen op de fabriek zijn ook miskend. ‘Ik weet het, Jeanneke,’ zeg ik. ‘In ons eigen milieu wordt de mens altijd miskend. Maar Boon is toch beroemd, nu. Kan hij nu niets doen voor de jongeren uit ons milieu? Dat zij kunnen publiceren?’ ‘Maar neen,’ zegt zij. ‘Den Boon wordt oud. Hij is moe. Moegestreden.’ Hij mag erbij omdat hij toch geen kwaad meer kan. ‘Wij hebben toch ook jonge schrijvers?’ zeg ik. ‘Maar hij is zelf altijd miskend geweest,’ zegt zij. Miskend, miskend. Ze zijn allemaal miskend. Omdat ze geen geld hebben. Dat ze gaan werken als ze geld willen hebben. Maar ze willen natuurlijk geld zonder te werken. Filmsterren. Gelijk Hugo Claus. Miskende genieën. Wat zijn wij dan wel? Een bende stommeriken? Boon is toch zo niet. Boon? Die laat hem opvrijen door jonge gasten gelijk Hugo Claus. Omdat hij denkt dat ze hem achten. En omdat hij ginder achter de jonge wijven kan zitten. Hier, zie! (Maakt een obsceen gebaar.) En zuipen. In het Blommeken van Goudpapier.
| |
Met Hugo Claus?
- Waarom schrijft ge over iets anders dan over Hugo Claus? Het is spijtig. In plaats van over Hugo Claus te schrijven. Persoonlijk vind ik dat spijtig.
- En over Harry Mulisch voor Nederland.
- Het zou eenvoudiger zijn. Komt men nu meer te weten? En wij moeten het allemaal onthouden. De anderen zijn bijlange zo goed niet als Hugo Claus. Het is spijtig, maar het is waar. Claus krijgt ook de meeste prijzen. En Mulisch. Waarom schrijft men dan over de anderen? Waarom zegt men dan niet: Claus voor Vlaanderen en Mulisch voor Nederland?
- Omdat we alles moeten kennen.
- Ze vragen Mulisch nooit. Het is altijd Claus.
- Komt Harry Mulisch misschien niet uit een college?
- Ik zou het niet weten. Ze vragen dat niet.
- Is hij vrijzinnig?
- In Holland heeft men dat niet zo. Ik heb er toch nog niet van gehoord. Vrijzinnig-katholiek, dat wel. Maar vrijzinnig alleen? Ik denk dat dat zo meer van voor de oorlog is. Gelijk het socialisme.
| |
| |
- De vrijmetselarij moet daar toch ook bestaan?
- Bij Claus wel. Dat wel. Maar bij Mulisch? Die heeft dat niet nodig denk ik. Die heeft geld. Ik denk dat Mulisch joods is. Aan zijn naam te horen. Maar ze vragen dat niet.
- Bestaat de joodse vrijmetselarij niet?
- In het Frans wel. Gelijk in Brussel tijdens de oorlog in de communistische partij. Le Drapeau Rouge. Het zijn zeer verstandige mensen! Mulisch is naar Cuba geweest.
- Claus niet.
- Hij woont in Frankrijk.
- Persoonlijk vind ik beide schrijvers toonaangevend voor de Nederlandse literatuur. Claus en Mulisch. Het zijn mijlpalen.
- Ze zullen Tijd en Mens niet vragen. Misschien alleen het einde. Van tijdschriften vragen ze altijd het begin met de datum, de oprichters en het eerste nummer. Maar van Tijd en Mens vragen ze alleen het einde. Ik weet niet waarom. Dat ze dat literair het belangrijkst vinden zeker? Of dat ze blij waren dat het ermee gedaan was.
- Of omdat die altijd aan het einde van hun Latijn zaten?
- Ik weet het niet.
- Wat komt er na Tijd en Mens?
- Pernath, Gils. Gils moet ge niet kennen. Die mochten daar niet in schrijven, in Tijd en Mens. Maar ze waren niet tegen te houden. Ook niet door Claus. Daarmee hebben ze Gard-Sivik opgericht. Claus is dan maar weggegaan uit Tijd en Mens. Maar dat vragen ze niet.
- En de nieuwe mens?
- Er is geen nieuwe mens gekomen. Niet met de katholieken, niet met de socialisten, niet met de liberalen. Het is wachten op Godot. De socialisten en de liberalen hebben de kerken leeggekregen. Nu moeten ze de justitie hervormen. De democratie heeft er bijna gelegen. Eerst twee keer met de Duitsers. Nu met het Vlaams Blok. Samen met de Amerikanen. Het Verdriet van België.
Jos Joosten, ‘Hugo Claus als Tijd en Mens-redacteur’. In: Het teken van de ram. Jaarboek voor de Claus-studie. Antwerpen/Amsterdam 1996. |
Herwig Leus & Julien Weverbergh, Louis Paul Boonboek. Antwerpen/Amsterdam 1981. |
Pol Hoste, ‘Claus' schetsboek van Vlaanderen.’ In: de Volkskrant, 18 maart 1983. Een recensie over Het Verdriet van België, opgenomen in Hans Dütting, Via bestaande modellen. Beschouwingen over het werk van Hugo Claus. Baarn 1984. |
|
|