Deze vermenging van iets en niets, leven en dood, is het monsterlijke, dat in de hedendaagse filosofie zoveel aandacht krijgt (onder meer bij Derrida, Serres, Foucault en Deleuze). Het monster is de opvallendste figuur uit De procedure, en het neemt talloze vormen aan. Er is natuurlijk de golem, een figuur uit klei (de eobiont is ook een kleikristal), die door het woord tot leven wordt gewekt en die meteen een dienaar van de dood blijkt. Keert de golem terug in de vorm van de eobiont, dan keert zijn (of beter: haar) slachtoffer - rabbi Isaac die een drieling had - terug in de vorm van de drieling die Werker beschouwt als zijn broeders, en die niet toevallig Dodemont heten en een grafstem hebben. Ook al niet toevallig zijn de initialen van hun voornamen, die de ‘drie moeders’ van het joodse alfabet vormen, A(lbert), M(arnix) en Sj(oerd). En dat hangt samen met de drie vrouwen die Victor in de steek gelaten hebben. En zo gaat dat nog een tijdje door voor wie het wil zien, dat wil zeggen voor wie het niet erg vindt dat een roman zozeer samenhangt dat hij chaotisch wordt.
Maar er zijn nog talloze andere monsters in dit boek: de robot, die Victor net voor zijn dood wordt, Frankenstein, de mummies die weer tot leven gewekt moeten worden, de fallus als ‘een potsierlijk klein mannetje (...), een kunstmatig mensje’, Galatea van Pygmalion, en zelfs het dode dochtertje van Werker. Dat meisje blijkt een monsterlijke versie van de moeder te zijn. Na een onorthodoxe psychoanalyse ontdekt Victor waarom hij wegliep bij de geboorte. Hij weet ‘wie eigenlijk dat monster was dat ik niet onder ogen durfde te zien (:) mijn moeder’.
Het monsterlijke is steeds een kwestie van procedure. Of het nu gaat om de routineuze formaliteiten die ons leven sturen, of om de uitzonderlijke en rituele vorm die gebruikt wordt door de wetenschapper, de alchemist en de letterkundige, in alle gevallen leidt de procedure tot het monsterlijke. De vele stereotiepe en versteende handelingen die in de roman beschreven worden, creëren altijd iets wat buiten het stereotype valt en wat het systeem bedreigt. Het steriele leidt tot het leven, en omgekeerd. Daar moet Werker mee leren leven én sterven, want uiteindelijk is het monster de brug tussen die twee.
Zo beschouwd zijn de soms monsterlijke reacties op De procedure niet eens misplaatst. Ze horen bij de ontsporende lezingen die in het boek gethematiseerd worden. Als de DNA-codes verkeerd gelezen worden, kan dat ‘tot gevolg hebben dat je met een gespleten verhemelte geboren wordt, of dat je later maagkanker krijgt’. Aangezien het DNA letterlijk als een boek beschreven wordt, ligt de conclusie voor de hand. En die zogenaamd foute lezingen zijn niet echt uitzonderlijk of afwijkend, ze zijn inherent aan de verwerking van de code, die steeds iets monsterlijks in zich