Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 143
(1998)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 692]
| |
[pagina 693]
| |
Leuven - Korbeek
| |
[pagina 694]
| |
Dan denk ik: alle macht aan de vogels. Ze zijn zoals de kunstenaars:
al is hun gekwetter maar een zoeken naar mooie woorden, en vogeltrek en dan weer blijde inkomst, ze doen hun best. Hun tremolo's zijn het mooiste wat zij kunnen. Zij hebben slechts kleine vleugels aan hun letters. Valk zal'k, je op z'n Turks tortelen, kom aan mijn blauwborst geelgors, en kauw hier gauw want ik hou van jou wielewaal en nachtegaal, tell me why Vlaamse gaai you're so opgetutte papegaai. Opnieuw de telefoon die gaat. Ik neem de hoorn op en zeg mijn naam, waarop een afgebeten stem repliceert, geflankeerd en sourdine door het gesuis van een machine, ‘Excuseer dit is een vergissing,’ en niet beschaamd voor deze missing, snel de lijn verlaat. De administratie is poëtisch en dit is de boekhouding van de vogels. Elk zijn getierelier en frankeerwaarde, en elk die zijn tijdje presteert en meegaat. Overal zijn er vogels: in de steden en in de dorpen, op kerkhoven heel veel zelfs. Soms hoor je op televisie vogels kwetteren, oorverdovend, ben een gezonde merel, en een kerel en streel 'r. En laatst in Knack was er het getsjirp van een kneu let op die keu, en in Humo het getsjiftsjaf van een putter, wacht maar tot ik je onderspetter.Het is niet eenvoudig om een vogel te zijn. Maar het is goed om weten dat we met velen in de voliàre zijn. Dat geeft gezelligheid, lotsverbondenheid en vreemd genoeg ook een gevoel van vrijheid. Na de postbedeling klik ik de PC aan, voer het paswoord in (zie toe hoe de hele wereld gescand wordt op virussen) en schrijf mijn nota's over contracten, telefoneer en kijk actief uit naar de brieven. Koen Peeters Koen Peeters |
|