Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 142(1997)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 500] [p. 500] Johan de Graaff Ruggespraak Antieke geruchten Antieke geruchten achter hoge bronzen deuren, restanten van rituelen, oude echo's van gegil, doffe geluiden volgens een ongeschreven regel. Verwaarloosde gruweltuinen met graffiti op zuilen, verwilderde inscripties en beknotte tradities, glossen in de marge van bedwongen verlangen. Op de stompe wetsteen is stralend slechts de engel maar niet verschrikkelijk. [pagina 501] [p. 501] Doek en lijst Genoemd het offer met geheven hoofd, verrukking kent geen eind, in extase brengt gezwollen het gestelpte lichaam, geen lid zonder last of ruggespraak. Onthoofd rijdt de naamloze beul, verrukking kent geen eind, in extase brengt koudvurig het ontmande lid, de torso keert een brede rug toe. [pagina 502] [p. 502] Monddood Monddood en brandschoon, geen ongesmoord gegil, het dodenmasker slechts, dat grijnzend vertrekt. Aflijvig en in verzet, geen onvertogen blik, maar het beschikbare, dat gewillig verplicht. Gespannen het gesnik, de leenheer en gastvrouw tot oneer en inkeer. [pagina 503] [p. 503] Paniek Een hommage aan Jean-Pierre Risos (Frans schilder, 1934-1992) De tafelen der wet omgegooid, de drinkschalen gebroken, het verbodsteken afgerukt, schaamteloosheid ontbloot. De appelboom verstoot de ladder en vrouwen lijden gezichtsverlies, onder laken en krant, aan de rand van het dak. Het regent scherven en noten want Adams vingers zijn gespreid. [pagina 504] [p. 504] Parafilie De gewassen geur van nonnen die die toorn van God vertolken, zo verblijden zij zichzelve, blind en vol naastenliefde, voor Davids bronzen buikje. Mogen zij zo doen en nog erger, de zwarte hanen draaien scherp, de dar bespringt de koningin, de rok is hoger dan het hemd, aflijvig vlees wordt geslecht. Met brekende stem, verschrijvend, in cirkels dwaalt het verlangen. [pagina 505] [p. 505] Werelds Heksen kussen des duivels ring, oogrimpels openen en sluiten, kringspieren staren en spreken. Hij verhandelt. Einde is begin voor de getuite lip, voor de roos, voor de absolute logica van een verdorven cirkel. Vorige Volgende