[De stad in de mall in de stad, vervolg]
maximaal voltrokken. Bij Esprit dringt de straatruimte binnen tot aan sloom hellende rolpaden en -trappen. Gesloten vitrinekasten en ingekaderde affiches van Esprit in die zone hebben het uitzicht van straatmeubilair. Bij Benetton gebeurt de indringing in omgekeerde richting. Eén van de vrijstaande reclameborden in de Nieuwstraat is net voor de winkel geplaatst en voortdurend met Benetton-posters gevuld. De invloedssfeer van het Benetton-interieur reikt tot in de straat en koloniseert dus een deel van het publiek domein. De radicaal glazen gevel van beide winkels is als tussenliggend architectuurelement opgelost. Er is noch sprake van representatie noch van uitstalramen. Het interieur toont zich niet-bemiddeld naar de stad.
Enkel 's nachts keert de scheiding tussen publiek domein en privé-eigendom keihard terug: rolluiken en blinden leggen de afbakening vast van wat beschermd bezit is en wat niet. Overdag speelt het dynamische stedelijke leven in de Nieuwstraat-omgeving zich grotendeels af in door consumptie ingekapselde plaatsen. De ruimtelijke categorieën binnen en buiten die aan de basis liggen van het traditionele onderscheid tussen openbaar en privé vervloeien verregaand. Openbare stadsruimte en gecommercialiseerde binnenruimte lopen verwarrend in elkaar over. Een Nolli-plattegrond van de Brusselse Nieuwstraat zou een waas van wit vertonen waarin de oorspronkelijke straatvorm opgelost is.