[De stad in de mall in de stad, vervolg]
stelling beantwoordde aan de stedelijke en ruimtelijke realiteit. Kerken speelden toen vanzelfsprekend een prominente rol in het openbaar leven dat door de vele pelgrims in de stad opgevoerd werd, maar kenden ook veel oneigenlijk gebruik dat zich evengoed elders in de stad kon afspelen. De altijd open Romeinse kerken sloten ook ruimtelijk goed aan bij de openbare ruimte van straten en pleinen. Als stedelijke interieurs of overdekte openbaar toegankelijke plaatsen betekenden ze een beschutte aanvulling op de openbare ruimte in de open lucht. Waar een gewoon massaplan van de stad het onderscheid duidelijk maakt tussen gebouwen en open ruimte, is Nolli's plattegrond van Rome dus een voorstelling van wat indertijd als publiek toegankelijke ruimte in de stad ervaren werd.
Mocht er een gelijkaardige plattegrond voor het negentiende-eeuwse Parijs van Walter Benjamin getekend worden, dan zouden natuurlijk de passages op gedetailleerde wijze aangeduid zijn. De Parijse passages zijn evengoed openbare interieurs in de stad als de kerken in het achttiende-eeuwse Rome. In Nolli's cartografie lijken kerkgebouwen vanop de straat onzichtbare volumes: ze zitten haast volledig ingebed in een bouwblok. De Parijse passages, dwars doorheen een gesloten bouwblok, zijn ten volle interieurs zonder exterieur. Ons mentaal beeld van de passage wordt ingevuld door de binnenarchitectuur. De buitenkant is nergens leesbaar. Voor Benjamin komt de innerlijke werkelijkheid van een tijdperk tot uitdrukking in architectuur en is de passage de emblematische ruimte van de negentiende eeuw.
Winkelpassages - en andere commerciële instellingen als warenhuis en grand café - zijn niet de enige stedelijke interieurs die in de negentiende eeuw ontstaan. De immense negentiende-eeuwse transformatie van de stad aan de hand van socioculturele voorzieningen ten behoeve van de stedelijke burgerij, nieuwsoortige staatsinstellingen en grootschalige infrastructuur in het zog van de industrialisering levert een ruim scala aan monumentale toegankelijke binnenruimtes op: foyer in de opera, lobby in het postkantoor, salie des pas perdus in het gerechtshof, lokettenhal in