tius' Getijden ligt opengeslagen op mijn bureau. Een oude Spanjaard die er ook alle vertrouwen in had en dat heel aanstekelijk heeft opgeschreven.
God, dacht ik. Ja, misschien.
Daarnaast ligt een ander Spaans boek, van pater Henriquez uit 1631, die al even zalig beschrijft hoe het er bij U boven aan toegaat. Henriquez vertelt dat U een lekker warm zwembad heeft. Daarin te drijven is al even heerlijk dan naar dat gebadder te kijken, zegt hij. Pater Henriquez deed me Prudentius helemaal vergeten. Want als U me ergens mee wilt straffen, laat me dan in een bak met warm water drijven. Er naar kijken bezorgt me al uitbrekend zweet. Mocht het daarentegen Uw bedoeling zijn me plezier te doen, niet zo! Trouwens, nu me dat bassin van U tebinnen schiet... Zag ik daar niet een klein, Duits stukje zeep op de badrand liggen?
Heer, ik heb gezondigd. Ik praat er al lang genoeg omheen. Bent U daar nog? Ik ben ingegaan tot een vrouw die niet de mijne was, zij heeft mij met vlees omringd, terwijl een ander dat volgens U zou moeten doen. Ook al zo'n oud verhaal, het zal U wel vervelen. Dat de mens steeds weer in die val moet trappen... Gaat U het rijtje maar na: de vrouw van Belisarius, Theodosius, Tristan, Isolde, Melanie van der Straaten, Rubehn, Theseus, Ariadne, Lancelot, Guenièvre, Paris, Oenone, Marguerite van Bourgondië, Perseus, Byron, Andromeda, Madame Bovary, Vronsky. Ik kende ze uit de boeken, maar dat verhielp er niks aan. Ik ken zelfs een geschiedenis waarin een vrouw vertelt tot overspel te zijn overgegaan, terwijl ze net samen met andervrouws echtgenoot een boek over overspel zat te lezen.
Het Droste-effect in de zonde.
Droste. Blikken.
Associeert U zelf maar door.
U bent alom, U wist ervan. Mag ik U vragen mij zeep te sturen? Ik ken een gerenommeerde firma: Becker, Schultz & Co. te Hamburg, Duitsland. Aan Amerikaanse zeep met een pereluchtje heb ik overigens ook geen hekel.
‘Al waste ik mij met salpeter en gebruikte ik veel zeep, God vergeet mijn ongerechtigheid toch niet.’
Het staat in Uw Schrift, ik weet het, Jeremia. Maar toch. Stuurt U mij zeep!
Mijn naam is geen Hassan. Ik zal geen boze brieven sturen, maar me wassen zoals mijn moeder me dat geleerd heeft. Met de ingezeepte vingertoppen, op de kritieke plekken. Een badkuip hebben we thuis nooit gehad.
Heer! Wat denkt U? Zou het helpen?