[1995/4]
Beste lezers,
Een nummer over God Zelve. Het had kunnen verzanden in een filosofisch discours over de ‘nieuwe spiritualiteit’. Het had een reeks teksten kunnen worden waarin ‘God’ op een modieuze wijze wordt verkitscht. Deze aflevering wou vooral meerstemmig zijn, met creatieve teksten het fenomeen ‘God’ vanuit vele perspectieven benaderen. Maria van Daalen is erin geslaagd een geleerd vertoog te ‘verlichamelijken’; uiteindelijk ‘valt het lichaam open’ voor wie we God noemen. Stefan Hertmans wijdt vier blasfemische gedichten aan Zijne Heiligen. Voor J.M.H. Berckmans is God een soort sjamaan, het ‘opperste wrakhout zelf van alle wrakhout zelf’. Désanne van Brederode vraagt zich af waarom God het woord de hemel heeft uitgetrapt ‘om God te kunnen blijven’ en Atte Jongstra of God ‘alom’ is, ook bijvoorbeeld in Oost-Afrika.
De tekst van Peter Verhelst begint met de mysterieuze zin: ‘Op een dag pleegde God zelfmoord’; Paul Claes zoekt met veel vernuft een oplossing voor het probleem ‘waarom de Schrift met een leugen begint’. En de schitterende foto's van Carl de Keyzer confronteren ons met actuele fenomenen als New Age en sekten in de States.
Het is misschien geen toeval dat alleen een schrijver met een atheïstische achtergrond zich aan een bepaling van God (of nog ‘iets veel groters’) waagt; Anneke Brassinga noemt Hem ‘een staat van opperst welbehagen in grootste nood en ontbering’, ‘onaantastbare vrijheid in hulpeloze gevangenschap’, ‘het leven dat zichzelf en daarmee de dood futiel heeft leren vinden’, ‘de vrolijke kristallen zandkorrel in de woestijn’.
Hugo Bousset