Beste lezers,
Ego-documenten. Het woord roept al afgrijzen op, het kleverige gevoel van exhibitionistisch bekentenisproza, waarin mens en auteur, werkelijkheid en boek samenvallen. Problemen, frustraties, liefdesverdriet, de clichés van het dagelijkse bestaan, bij elkaar geharkt tot ‘roman’. Maar soms zijn die dagboekfragmenten schitterend geschreven, ontroerend, en zetten ze de verbeelding van de lezer aan het werk. Dan zijn ze veel meer literair dan heel wat rekken ‘fictie’ in krantenkiosk en boekhandel.
Bovendien, waar praten we over? Over memoires, brieven, aantekeningen, dagboeken, autobiografische en autofictionele romans? Hebben we het over een marginaal verschijnsel of over een van de belangrijkste trends in de actuele prozaliteratuur? In dit nummer vind je uiteenlopende standpunten in het essay van Patricia de Martelaere en de kroniek van Joris Gerits. En proza van Eriek Verpale en Eric de Kuyper. Plus een Rendez(-)Vous met geliefde voorwerpen, gefotografeerd door Patrick de Spiegelaere. Ongemerkt, een beetje bij toeval, is nummer 5 ook een poëzie-nummer geworden, met onder meer drie dichteressen uit het Noorden in elkaars gezelschap: Anneke Brassinga, Maria van Daalen en Marieke Jonkman. En alweer nieuw talent.
Hugo Bousset