José Planckaert
Theseus
Wanneer hij zong, dacht je aan Al Wilson van Canned Heat, die dikkerd met zijn falsetstem op het randje van het nichterige en zijn geile dwarsfluit die als een Cybelefaun door de beatniknamiddag stuiterde. On the rough again! Maar klinken falsetten niet altijd nichterig? De Bee Gees, Klaus Nomi ... Die laatste heeft al veel van een castraat. (Je vraagt je af welk soort vrouwen voor deze mannen valt). Maar bij zo'n dikkerd als Thess kon je je niet voorstellen dat hij ... Nichten, dat zijn sowieso Griekse torso's met ranke lendenen. En ze zweten niet, want wanneer Thess zong, zweette hij. Hij zweette zoals Japanse Sumoworstelaars, of de vleespartijen van Rubens in zijn Kruisoprichting, zoals Qawwalizangers in volle vervoering en Algerijnse Rai-zangeressen die publiek én podium vergeten. Of zoals Brel. (God wat zweette die op dat video-scherm!) Ambervette druppels parelden over zijn voorhoofd, regen zich aaneen tot beverige stroompjes die zich over zijn bolle wangen en zijn glanzende kin in de inzinking tussen zijn twee sleutelbeenderen verzamelden om vandaaruit zijn schamele borstharen en zijn prominente navel te bevloeien. Maar eigenlijk was het alleen maar zijn rug die zeiknat werd. Nat zoals je alleen maar van het angstzweet nat kunt worden, als je een hele nacht ineengedoken in een portiek hebt gelegen, op de vlucht voor enkele brullende hooligans.