Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 135(1990)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 657] [p. 657] [1990/6] Willy Spillebeen Zonder antwoord Hij tekent een ovaal en ziet de doodskop niet. Hij ziet een lasso paarden in hoog opspattend water en de vogel albatros vliegt uit de golven op. Maar de armen van zijn moeder trekken hem naar beneden. Dan glijdt hij als een surfer langs de golven van de vrouw. Hij houdt een stok vast een gedachte als een boot hij stouwt ze vol met de paradox van liefde en dood. Strandt op een eiland met de vorm van een horloge. Ziet vermoeid de metamorfose van planken tot slagboom aanslag op de zee verbodsteken om zijn leven nog langer te spelen. Dan wikkelt hij zich in de aarde als in een deken. Ziet een kind dat een ovaal tekent enzovoort. En slaapt in zonder antwoord. [pagina 658] [p. 658] Opvliegen Toen onze knoesels tussen de stoppels onkwetsbaar waren toen de aarde ons nog gelukkig maakte toen de zon achter de bossen verborgen rolde holden we naar de cisterne schepten de emmer en onze handen vol kristallen lieten ze vallen ze werden droppels lood in het stof maar onze ogen volgden de vogels we voelden vleugels we vlogen op. Nu maakt de aarde ons vaak wanhopig en het hart zinkt ons in de schoenen. Nooit rolt de zon nog zo te voorschijn omdat onze bossen alle gerooid zijn. We drinken lood uit een gierig glas en houden onze ogen gesloten. Maar de roep van een vogel boven ons treft onze gebogen arm zoals blikseminslag een boom. [pagina 659] [p. 659] Even De jongen levensmoe omdat hij nog niet geleefd had dacht toen zijn vader wat varkensbloed niet van zijn vingers geveegd had: Ik weiger de dagelijkse dood. Ik wil leven een explosie van liefde en van geluk. Ik wil opvliegen sierlijk en zonder val - extase. Ik weiger een leven dat levenslang de dood uitstelt in de slijtage. Een vrouw en kinderen later dacht de man aan zijn dode vader: alleen wie vreedzaam de tijd neemt om te leven weigert de dood - toch even. [pagina 660] [p. 660] Ilias Eens was hij helmboswuivend als Hektoor op de wallen. Nu is hij rottend hout in eikeloof gevallen dat bronsgroen dichtschuift rond die held uit de legende. Dan sleept een jonge man die met zijn tractor kwam het lijk uit het gelid van lork en spar vandaan. Straks op de hofplek laait een vreugdevuur oranje. De jeugd staat in formatie en zingt - lacht dan en danst. Eenzelfde fascinatie steekt Troje steeds in brand. [pagina 661] [p. 661] De weg terug Toen ik hier was waren dit natte meersen de weg een onbegaanbare kassei en de kerktoren die volslank verrijst had oude wonden oorlog aardbeving maar dat arm dorp bood me geborgenheid vader en moeder waren er altijd. Nu ik hier kom met alsmaar minder tijd en alles anders weemoed heimwee spijt bloeiende bomen villa's nijverheid en rechte lanen naar een gave toren denk ik in dat arm dorp ben ik geboren in dit rijk dorp raakte ik alles kwijt. [pagina 662] [p. 662] Anne van Herreweghen, Studie voor het portret van Patricia. Houtskool. Vorige Volgende