Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 132(1987)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Joris Denoo De weg terug Zo'n kanaal als een lint met boten erop en een trein die zich langsheen die lijn naar de verte gooit, slordig met de tijd der reizigers omspringend. Soms fietsend Een meisje op het jaagpad, een rat ontsnapt in de ingewanden van een veevoederbedrijf. Ik huldig vaak de schrijfplicht in die trein. Denkt men: ‘Hij tekent.’ Niets is minder waar maar er is ook De zwijgplicht van hij die teksten mondgemeen moet maken. Overigens aan tekenen een broertje dood. Verderop, Die Scone genaderd, of nog: La Morte, worden de graslijnen weidser en de huizen nukkiger. In dit landschap opgesteld, hijst een kraan een perte totale. Zo'n kabaal als de tijd der studiereizen is aangebroken. En ik midden de meute der eendagsreizigers plus begeleiders Slordig de pen hanterend. Op het wiegen van het treinstel soms schrijvend. Het vruchtgebruik van de lijn Kortrijk - Brugge. Gelukkig is er nog de weg terug. [pagina 10] [p. 10] Verkoeverkamer Houtkrullen voor de cavia. De goede knoppen in & twee deuren aan. Een zondag (in België) als een zedeles: steels gaat regen naar beneden. Een mens in dit huis verstopt. Een fles om bij te denken dat straks de zwaailamp van een medemens wat glas is even schielijk op kan lichten. Wachten geblazen aan de steel der stilte. Aan de pijp een bel die spatten kan. Huisje Druppelvanger zuigt geluiden tel na tel. De avond komt eraan. [pagina 11] [p. 11] Sabbat Dit is de wereld van de baarzen. Hier is mijn polsstok, daar het water. Om te waden heb ik hoge laarzen. En een marsbevel. Ik ben een bioloog van horen zeggen. Met stenen kan ik mijn lichaam verzwaren. Aan de nabestaanden is het dreggen. Ook kan ik aan de polsslag van het landschap verder bestaan, gebiologeerd door het leven. Dan wordt het water een zeer zachte Wetenschap. Kijk: iets rukt aan de dobber van mijn moedertaal. Op zondag heb je dit wel vaker: alles is een Beetje uit de kunst. De schilder en zijn mondjesmaat, gegooi in glazen, de bellen in het water. Kom, het wordt weer later. Vorige Volgende