Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 132
(1987)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Kristien Hemmerechts
| |
[pagina 33]
| |
een hoofdstuk aan de Wilhelm Meister gewijd.Ga naar eindnoot3. Het thema van deze roman is volgens hem ‘de verzoening van het problematische individu dat geleid wordt door een ideaal dat het beleeft, met de concrete sociale werkelijkheid.’Ga naar eindnoot4. De Bildungsroman beschrijft hoe het individu zich in de maatschappij inschakelt. Elders drukt Lukacs deze gedachte in de volgende bewoordingen uit: ‘Het ideaal dat in het hart van deze mensen leeft en dat hun daden bepaalt, heeft daarom tot doel en inhoud in de sociale structuren binding en vervulling voor het binnenste van de ziel te vinden.’Ga naar eindnoot5. Lukacs laat zich erg optimistisch uit over de kansen op welslagen van dat socialisatieproces. Hij noemt de verzoening van innerlijkheid en wereld ‘problematisch maar toch mogelijk’.Ga naar eindnoot6. Maatschappelijke structuren beknotten de menselijke vrijheid niet, maar creëren de voorwaarden waarbinnen het volwassen individu zich in concrete daden kan uiten. Zij zijn de ‘noodzakelijke instrumenten van doelen die verder reiken dan zijzelf.’Ga naar eindnoot7. Het individu heeft er uiteindelijk alle voordeel bij zich in de maatschappij in te passen. Pas wanneer hij zijn plaats gevonden heeft, kan hij zijn talenten ten volle gebruiken. Zo beschouwd is binnen het Engelse taalgebied David Copperfield (1849-1850) van Charles Dickens een trouwe realisatie van het Bildungsproject. De verzoening tussen Davids individuele aspiraties en de maatschappelijke context waarbinnen deze zouden moeten worden verwezenlijkt, verloopt problematisch, maar na een hele rits omzwervingen, tegenslagen en avonturen vindt David zijn plaats in de maatschappij en wordt hem de gelegenheid geboden om zich te ontplooien als journalist. In Jude the Obscure (1896) van Thomas Hardy echter komt het nooit tot een verzoening. Maatschappelijke structuren staan Judes persoonlijke ontwikkeling in de weg. Elke kans om zijn intelligentie en leergierigheid te ontplooien wordt hem geweigerd. De toegang tot de universiteit is hem ontzegd. Als metselaar is hij de gevangene van de sociale klasse waarin hij geboren is. Zijn begaafdheid wordt niet erkend, omdat ze niet thuis hoort in zijn klasse. Ten slotte wordt hij ziek, kwijnt weg en sterft in verbitterde eenzaamheid. In David Copperfield en Jude the Obscure hebben respectievelijk Dickens en Hardy aan het Bildungsproject literaire vorm gegeven. De romans tonen aan hoe sterk verschillend de realisatie van hetzelfde project wel kan zijn. De visie van Dickens op de relatie tussen individu en maatschappij is, net zoals die van Lukacs, optimistisch. Hardy is pessimistisch. Talent verstikt onder het gewicht van maatschappelijke structuren. De romans hebben met elkaar gemeen dat ze de ontwikkeling van mannelijke protagonisten schetsen en dat ze door mannen geschreven zijn. In dit essay zou ik willen nagaan hoe in een aantal Engelstalige romans het Bildungsproject verloopt wanneer het door vrouwelijke protagonisten geacteerd wordt en door vrouwen geschreven wordt. Met andere woorden: hoe werd en wordt de Bildung van vrouwen door vrouwen in Engelse literaire teksten geschreven?
Jane Austen, Charlotte Brontë, Emily Brontë en George Eliot, de grote vier in het 19de-eeuwse Engeland, hebben alle vier op hun manier het Bildungsverhaal van vrouwelijke personages geschreven. Jane Austen doet dat vooral in Emma (1816), Charlotte Brontë in Jane Eyre (1847), Emily Brontë in Wuthering Heights (1847) en George Eliot in Middlemarch (1871-72) en The Mill on the Floss (1860). Wat daarbij meteen opvalt is dat de wisselwerking tussen individu en maatschappij, die volgens Lukacs kenmerkend is voor de Bildungsroman, gereduceerd wordt tot de wisselwerking tussen individu en één onderdeel van de sociale structuur, met name het huwelijk. Dit is wellicht het duidelijkst in Emma, dat met één huwelijk begint en met drie eindigt. Voor deze vrouwelijke protagonisten bestaat de sociale structuur, waarin zij zich moeten inschakelen, uit het huwelijk. Het welslagen van hun vorming hangt af van de al dan niet geslaagde verzoening tussen individuele verlangens en het huwelijk als instelling. | |
[pagina 34]
| |
Emma is een roman die vatbaar is voor uiteenlopende interpretaties. Hij kan gelezen worden als een exemplarisch samengaan van individuele verlangens en collectieve behoeften. In het begin van de roman verklaart de eigengereide Emma dat ze er niet aan denkt te trouwen. Als dochter van een bemiddeld man beschikt ze over geld en status, en vervelen doet ze zich ook niet. Daarenboven, zegt ze, ligt het niet in haar aard om verliefd te worden. Kortom, ze zou er alleen maar op achteruitgaan door te trouwen. ‘I cannot really change for the better’, zegt ze.Ga naar eindnoot8. In de loop van het verhaal groeit echter het inzicht dat ze zichzelf een rad voor de ogen draait en dat ze wenst te trouwen met de man die ze haar leven lang als vriend en mentor heeft gekend. Maatschappelijk heeft deze echtverbintenis menig voordeel. Emma is immers de ‘first lady’ van de streek, haar echtgenoot de ‘first gentleman’. Dank zij het huwelijk zullen de aanpalende landerijen van de respectieve families één landgoed vormen en zal de sociale hiërarchie bevestigd worden. Individu en maatschappij vinden baat bij dit huwelijk, dat precies daarom alle kansen op welslagen heeft. Deze lectuur verwaarloost echter de ironie waarmee de vertelster haar personages observeert en waarmee ze afstand neemt van het ogenschijnlijk conforme patroon waarop de roman gebaseerd is. Door middel van ironie wordt gesuggereerd dat de Emma van het begin van de roman, die verklaarde geen heil te zien in een huwelijk, het misschien bij het rechte eind had. In Jane Eyre vertelt Charlotte Brontë hoe het onopvallende weeskind Jane Eyre met de invloedrijke en gefortuneerde Edward Rochester trouwt. Vooraleer Charlotte Brontë het bekende zinnetje ‘Reader I married him’Ga naar eindnoot9. kan schrijven, evolueert Jane van een arme gouvernante tot een bemiddelde vrouw, die Rochester trots kan meedelen dat ze haar eigen baas is en dat ze zelf kan kiezen met welke man ze wenst te trouwen. Het komt pas dan tot een huwelijk wanneer Jane financiële en economische onafhankelijkheid verwerft en maatschappelijk de gelijke is van haar toekomstige echtgenoot. In George Eliot's The Mill on the Floss en Emily Brontës Wuthering Heights worden individuele en maatschappelijke belangen niet met elkaar verzoend. In Wuthering Heights zijn deze belangen op twee afzonderlijke, mekaar vijandige personages geprojecteerd. Catherine Earnshaw koestert gepassioneerde gevoelens voor de vondeling Heathcliff maar trouwt met de gegoede Edward Linton, omdat een huwelijk met Heathcliff maatschappelijk gezien ondenkbaar is. ‘It would degrade me to marry Linton’, zegt ze.Ga naar eindnoot10. Zowel Catherine als Heathcliff sterven van frustratie en verdriet. Na hun dood zijn de geliefden eindelijk verenigd. Catherine en Heathcliff gaan niet naar hemel of hel maar lopen hand in hand over de heide zoals weleer in hun kindertijd toen ze nog niet gehoord hadden over status en klassebewustzijn. Binnen de maatschappij en zelfs binnen het aardse bestaan is er geen plaats voor hun gevoelens. In The Mill on the Floss illustreert George Eliot de nefaste gevolgen van de beperkte participatie van vrouwen aan het maatschappelijke leven. Maggie Tulliver is een begaafd, intelligent en vooral leergierig kind, dat niet naar een goede school gestuurd wordt omdat ze toch ‘maar’ een meisje is. Haar broer Tom wordt tegen zijn zin naar een dure school gestuurd. Wanneer vader Tulliver failliet gaat, slaagt Tom erin aan de kost te komen al is hij nog maar zestien. Voor Maggie zit er niets anders op dan thuis te blijven en haar ouders gezelschap te houden. De maatschappij ontzegt haar de toegang tot de financiële en economische wereld. Zij kan geen aandeel hebben in het aflossen van haar vaders schuld. Zij krijgt de kans niet om te ontdekken of ze al dan niet zoals haar broer verstand heeft van zakendoen. Op de huwelijksmarkt, het enige facet van het sociale leven waaraan Maggie als vrouw kan en mag deelnemen, gaat het ook niet te best. Ze komt vooral in aanraking met mannen waarop een taboe rust, zoals de zoon van de man die haar vaders failliet bezegelde, en de verloofde van haar nicht. Er komt een eind aan deze ellende wanneer Maggie verdrinkt in de rivier. Anders vergaat | |
[pagina 35]
| |
het Dorothea Brooke in Middlemarch, die een gelukkig huwelijk aangaat. Eliot beklemtoont echter dat Dorothea niet meer dan een ondergeschikte rol zal kunnen spelen. Van haar wordt verwacht dat ze haar man bijstaat met ‘wifely help’.Ga naar eindnoot11. Een andere bestemming is er voor de vrouw niet weggelegd. De maatschappij biedt geen alternatief. Eliot schrijft: ‘Many who knew her, thought it a pity that so substantive and rare a creature should have been absorbed into the life of another, and be only known in a certain circle as a wife and mother. But no one stated exactly what else that was in her power she ought rather to have done - not even Sir James Chettam who went no further than the negative prescription that she ought not to have married Will Ladislaw.’Ga naar eindnoot12. In deze vijf romans speelt de Bildung van vrouwen zich af op de huwelijksmarkt. Toch zijn deze romans niet conformistisch. Zij formuleren correcties op het geijkte patroon. De integratie van het individu in het huwelijk is nooit vanzelfsprekend. Austen bekijkt de opvoeding van meisjes tot echtgenote en moeder met de nodige ironie en afstandelijkheid. Volgens Charlotte Brontë moet de vrouw eerst een plaats vinden in de maatschappij en economische onafhankelijkheid verwerven voordat ze een huwelijk kan aangaan. George Eliot stelt het beperkte karakter van de vrouwelijke participatie aan het maatschappelijke proces aan de kaak, en betreurt het ontbreken van een alternatief, tenzij de dood uitkomst brengt, zoals in The Mill on the Floss. Bij Emily Brontë komt het tot een definitieve breuk tussen individueel verlangen en maatschappelijk gesanctioneerde rol. Elk op hun manier plaatsen deze romans een vraagteken bij een Bildungsproject dat de opvoeding van vrouwen laat culmineren in het huwelijk. In meerdere of mindere mate is hun scepsis verhuld in conformiteit. In het begin van de 20ste eeuw wordt de tendens die zich in de 19de eeuw aftekent, op een veel explicietere manier doorgezet. Lolly Willowes (1926) van Sylvia Townsend Warner en Dusty Answer (1927) van Rosamond Lehmann bijvoorbeeld nemen nadrukkelijk afstand van dergelijk Bildungsproject voor vrouwen. Laura - of Lolly - Willowes is het nakomertje in een gezin van drie. Bij haar geboorte krijgt ze van haar vader een parelsnoer. Hij belooft er ieder jaar een parel aan toe te voegen tot ze op haar eerste bal aan de wereld en aan potentiële huwelijkspartners zal voorgesteld worden. Uit dit gebaar blijkt dat haar vader de conventionele verwachtingen koestert voor zijn dochter. Haar eerste bal ziet hij als de culminatie van haar opvoeding. In werkelijkheid verloopt het echter anders. Lolly's moeder is ziekelijk en laat zich niet in met Lolly's opvoeding. Haar vader is opgeslorpt door zijn werk. Lolly gaat haar eigen gang en slijt haar dagen in de bibliotheek van haar vader en buiten in de natuur waar ze planten verzamelt voor de drankjes die ze brouwt. Haar vader raakt gefascineerd door haar activiteiten en moedigt haar aan om een boekje te schrijven over de medische eigenschappen van planten. Van een eerste of tweede bal komt nooit iets in huis. Na de dood van haar ouders hopen haar broer en zijn vrouw het verzuim van de ouders goed te maken. Ze nodigen Lolly uit om bij hen in Londen te komen wonen en brengen haar in contact met geschikte huwelijkskandidaten. Lolly geeft echter niet de minste blijk van belangstelling en ten slotte legt haar familie zich neer bij het onvermijdelijke. Lolly wordt nu vereenzelvigd met de rol van ‘tante’. Ze wordt verondersteld te borduren, te breien, bloemen te schikken en haar nichtjes uit wandelen te nemen. Op een dag weigert Laura om nog langer ‘Auntie’ Lollie te zijn. Tot ontsteltenis van haar familie maakt ze haar pakken en verhuist naar een beboste streek. Daar wordt ze zich bewust van haar ware aard: ze sluit een pact met een aardige, beschaafde man die de duivel blijkt te zijn en van wie ze verneemt dat zij zelf eigenlijk een heks is. Lolly Willowes is een luchthartig boek. Laura's afwijkend gedrag bezorgt haar niet echt problemen. Van haar ouders gaat niet de minste druk uit en haar broer kan weinig gezag over haar laten gelden, te meer daar ze financieel onafhankelijk is. Men kan echter | |
[pagina 36]
| |
bezwaarlijk argumenteren dat Sylvia Townsend Warner in Lolly Willowes een alternatieve Bildung schetst voor vrouwen. De ‘oplossing’ die hier gesuggereerd wordt ligt immers buiten de bewoonde maatschappij en zelfs buiten de ‘aardse’ werkelijkheid. In plaats van zich in de maatschappij in te schakelen, keert Lolly de maatschappij de rug toe. Binnen de grenzen van de maatschappij ziet de roman slechts twee rollen voor volwassen vrouwen: echtgenote of tante. Voor de eerste voelt Lolly niets en van de tweede gaat ze mentaal en emotioneel dood, en dus wordt een alternatief gezocht in een fantastisch pact met de duivel. Net als Lolly Willowes wordt Judith Earle in Dusty Answer aan haar eigen lot overgelaten. Haar ouders zorgen ervoor dat hun dochter een uitstekende intellectuele opvoeding krijgt, maar bekommeren zich verder weinig om haar. Er wordt geen druk op haar uitgeoefend om een huwelijkspartner te zoeken. Slechts één keer suggereert haar moeder dat de tijd misschien rijp is. Voor Judith voltrekt het socialisatieproces zich in en door het contact met de vijf kinderen die elke vakantie doorbrengen in het huis naast het hare. Ze wordt twee keer zwaar verliefd: een eerste keer op Jennifer, met wie ze aan de universiteit twee jaar van quasi idyllisch geluk kent tot Jennifer haar laat staan voor een andere vrouw, en een tweede keer op Roddy, met wie ze een enkele nacht doorbrengt om 's morgens te vernemen dat het wat hem betreft bij één nacht kan blijven. In beide relaties is Judith emotioneel afhankelijk van haar partner. Ze teert als het ware op hun energie en vitaliteit. Na de dubbele mislukking leert ze zichzelf genoeg te zijn. Haar vorming culmineert dus niet in een huwelijk maar in emotionele onafhankelijkheid. In de roman wordt dat op de volgende manier uitgedrukt, ‘She was rid at last of the weakness, the futile obsession of dependence on other people. She had nobody now except herself, and that was best.’Ga naar eindnoot13. Judith trekt zich terug in het huis van haar ouders. Ze heeft geen behoefte aan gezelschap. Ze leert zichzelf te zijn en zichzelf genoeg te zijn. Haar leerjaren voeren haar weg van de maatschappij: zelfontdekking impliceert sociaal isolement. De roman geeft aan dat Judith niet eeuwig in afzondering kan leven maar maakt niet duidelijk wat ze wel kan of zal gaan doen. Lehmann sluit de roman af met een onbeantwoorde vraag. De laatste zinnetjes luiden: ‘Soon she must begin to think: What next? But not quite yet.’Ga naar eindnoot14. Judith Earle vindt geen compromis tussen individuele verlangens en maatschappelijke mogelijkheden. Haar relatie met Jennifer kan uiteraard niet door de maatschappij gesanctioneerd worden en situeert zich in een maatschappelijk vacuüm. Wanneer ze door Roddy afgewezen wordt overweegt ze een huwelijk met een man van wie ze niet houdt, maar ze beseft niet te kunnen leven met zo'n leugen. Haar vorming mondt uit in sociaal en emotioneel isolement. Het is zeer de vraag of je hier nog kan spreken van Bildung in de betekenis die Lukacs aan het woord gaf. Net zoals Lolly Willowes immers trekt Judith zich uit de maatschappij terug in plaats van zich erin in te passen. Een gelijkaardig patroon tekent zich af in twee recentere romans, namelijk July's People (1981) van Nadine Gordimer en The Summer before the Dark (1973) van Doris Lessing. De romans brengen volwassen getrouwde hoofdpersonages maar verwijzen veelvuldig naar hun jeugd en opvoeding. Kate Brown in The Summer before the Dark woont samen met Michael Brown, een neuroloog, en hun vier kinderen in een buitenwijk van Londen. Maureen Smales in July's People woont samen met Bam Smales, een architect, en hun drie kinderen in Johannesburg. Beide vrouwen identificeren zich met hun rol van echtgenote en moeder en worden ook door de buitenwereld hiermee geïdentificeerd. Hun status wordt bepaald door het beroep van hun man. Onverwachts wordt hun leventje uit zijn voegen gerukt. In Johannesburg breekt een opstand uit en het gezin Smales vlucht naar het dorp van hun zwarte bediende. De man en kinderen van Kate brengen de zomer in het buitenland door en het huis wordt verhuurd. Kate moet zelf | |
[pagina 37]
| |
maar zien hoe ze de zomer doorkomt. De nieuwe situatie wordt aanleiding om hun vroegere rol kritisch te onderzoeken. Maureen zal ten slotte weglopen van de man en kinderen voor wie ze jaren gezorgd heeft. Kate keert naar haar gezin terug. Alles is daarmee echter niet bij het oude. Door weg te gaan van haar milieu heeft Kate inzicht gekregen in de rol en de gedragingen die haar opgelegd worden. Haar verzet, non-conformisme en assertiviteit beperken zich tot haar haar. In tegenstelling tot wat van de echtgenote van een welstellende neuroloog verwacht wordt, zal ze haar grijze haar niet langer verven. In de kleur van haar haar zal ze zichzelf zijn. Maar ze keert wel terug naar haar gezin en het huis in de riante buitenwijk. Maureens evolutie is veel drastischer en ingrijpender. Zij laat haar man en kinderen achter in de bush. Haar vlucht is het gevolg van het besef dat ze niet langer een beroep kan doen op haar man om de onaangename kanten van het leven uit de weg te ruimen en problemen op te lossen. In het zwarte dorp is haar man een weerloos en machteloos wezen dat niet in staat is vrouw en kinderen te beschermen, al wordt dat van hem verwacht. De zwarte bediende weigert die rol van haar man over te nemen. Maureen beseft dat ze alleen bij zichzelf terecht kan en haar eigen boontjes zal moeten doppen. Haar vlucht is de eerste autonome daad die ze stelt in haar leven. Voor het eerst vertrouwt ze op zichzelf. De slotzinnen van de roman onderstrepen dat Maureen zich als een solitair dier gedraagt, en dat ze gesteund wordt door het zelfvertrouwen dat ze haar leven lang onderdrukt heeft. ‘She runs: trusting herself with all the suppressed trust of a lifetime, alert, like a solitary animal at the season when animals neither seek a mate nor take care of young, existing only for their lone survival, the enemy of all that would make claims of responsibility.’Ga naar eindnoot15. Met andere woorden, op het moment dat Maureen zichzelf ontdekt, breekt ze met de rol van moeder en echtgenote. Het traditionele Bildungspatroon wordt hier opnieuw omgedraaid: zelfontplooiing voert Maureen weg van de maatschappij. De Bildung van Lolly Willowes, Judith Earle, Maureen Smales en Kate Brown stuit op hetzelfde dilemma: zelfontdekking betekent sociaal isolement; participatie aan maatschappelijke structuren impliceert de onderdrukking van hun persoonlijkheid. Hun vorming voert hen dus weg van de maatschappij en mondt uit in een solitair bestaan, behalve voor Lolly Willowes die een pact sluit met de duivel. Kate Brown keert terug naar haar gezin maar de roman laat in het ongewisse of haar pas verworven zelfbewustzijn en haar grijze haar door haar gezinsgenoten zullen aanvaard worden. Geen van deze romans maakt duidelijk wat de volgende stap is na dit solitair bestaan. Op Lehmann's vraag, ‘What next?’ wordt geen antwoord geformuleerd. In The Railway Station Man (1984) van Jennifer Johnston worden mogelijke antwoorden op deze vraag verkend. Zoals in July's People en The Summer before the Dark is het hoofdpersonage een volwassen vrouw van wie de jeugd in korte passages wordt aangegeven. Helen Cuffe is een weduwe die tot haar verbijstering de dood van haar man als een bevrijding ervaart. Ze verhuist naar een afgelegen huis in een afgelegen dorp en vindt aansluiting bij wat haar in haar jeugd bezighield: tekenen en schilderen. Om haar talenten te kunnen ontplooien moet ze in afzondering gaan leven en zich distantiëren van de rollen waarmee ze vroeger geïdentificeerd werd. Ze eist nu tijd voor zichzelf en haar creatief werk. Tegen haar zoon zegt ze, ‘I was a dutiful wife, a dutiful daughter in law... that's all over now. (...) There's so little time left. (...) For me.’Ga naar eindnoot16. Het isolement waarvoor ze bewust kiest, wordt doorbroken wanneer een Engelse oorlogsinvalide zijn intrek neemt in het vervallen treinstation. Hun relatie is van korte duur, want de man verongelukt. De vraag is echter of dat ongeluk niet noodzakelijk was opdat Helens zelfontplooiing niet op de helling zou komen te staan. Er ontstaat immers vrij snel een conflict tussen haar relatie en haar werk. Na hun eerste nacht samen stuurt ze de man weg omdat ze wil wer- | |
[pagina 39]
| |
ken, en ze weigert met hem te trouwen omdat ze zichzelf niet wil verliezen. Ze heeft nood aan tijd en ruimte voor zichzelf, zegt ze, ze wil de last van een ander leven niet op haar schouders nemen. ‘I want to own myself. (...) I want my own space. A little bit of time.’Ga naar eindnoot17. Het is wellicht betekenisvol dat de roman begint met het woord ‘Isolation’ en twee regeltjes verder het woord ‘insulation’ en de definitie van deze woorden die je kan lezen in het woordenboek. Na het ongeluk blijft ze alleen wonen in het huis bij de zee. Ze werkt er en kijkt naar de zee. Niemand komt haar opzoeken en zij gaat nergens op bezoek. Het dilemma dat in vroegere Bildungsromans geïdentificeerd werd, wordt niet opgelost: het solitaire bestaan waarop Helens vorming uitmondt word niet omgebogen naar deelname aan het sociale leven. Wanneer vrouwen het Bildungsproject van vrouwen schrijven of herschrijven, dreigt het traditionele Bildungspatroon omgekeerd te worden: in plaats van zich in te schakelen in een maatschappelijke context, trekken deze vrouwen zich terug en opteren voor isolement als noodzakelijke voorwaarde tot zelfontplooiing. Het conflict tussen individu en maatschappij kan reeds onderkend worden in 19de-eeuwse romans hoewel het daar vaak schuilgaat achter een schijn van conformiteit. In Dusty Answer suggereert Lehmann dat dit solitair bestaan slechts een fase is in de evolutie van de vrouw, en dat er een andere fase op moet volgen. Het zou wel eens kunnen dat de vraag ‘What next?’ aanleiding zal blijven geven tot romans waarin de draad van het Bildungsverhaal wordt opgenomen waar Lehmann hem heeft laten vallen. |
|