Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 132(1987)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Pieter G. Buckinx De Horzelhoeve I Soms in de blindheid van de nacht kunt gij weer raden waar de Horzelhoeve stond jaren geleden toen hier nog boeren waren en holle wegen en akkers en paarden en bomen en vlinders, toen hier nog blozende meisjes waren in een hemel van rozen, toen zingende knapen een binnenweg zochten voor hun tochten in de wildernis van het struikgewas. Soms kunt gij weer raden hoe het was toen de kranen en grijptanden kwamen en de akkers en boomgaarden verscheurden voor woontorens en snelwegen in beton. Hier, in uw sierkamertroost met uw blinde hond en uw boeken kunt gij weer raden wat u verbindt met deze grond waar eertijds de Horzelhoeve stond. II Noem dit huis de Horzelhoeve, of Droomvuur of Blijdschap is een boom. Vaak herbloeit in een droom de heerlijkheid van weleer. Aardappelloof brandt op de akkers, een felgekleurde wolk wordt voortgetrokken door een griffioen met adelaarswieken van paarlemoer en vermiljoen. [pagina 3] [p. 3] De kinderen kronkelen en rollen in het gras - De haan vlamt in 't rumoer. De pachter bij de bornput op de binnenkoer keurt met zijn blik de schoven in de schuur. De oogst was goed, het graan is duur. De tienden zijn betaald. De knechten liggen in de koelte van de kalkmuur bij de paardenstal. Brandgeur van gist en wonderspecerij bedwelmt de keldermond van de jeneverstokerij. De koeien overnachten in de weide. De poort kraakt toe. Reeds kruipt de duisternis over de boomgaard van de Horzelhoeve. Dan roept de schaftklok boven de rondboogdeur. De klompen bij de kruiken in de voorgang houden de wacht. In zomerlust zitten weer allen aan de dis. De boer herdenkt met vrome stem zijn vrouw die jaren her gestorven is. De ketels dansen op het vuur. De appels blinken op de vruchtenschaal. Vier meiden dienen de gerechten op. Een kind staat langzaam recht en zegt: ‘de hemel zegene dit avondmaal’. De wijzers en de wielen der seizoenen vallen nooit stil. Niets gaat teloor, de rozen en de tranen blijven bloeien zomer en winter door op de takken van Pasen en Allerzielen. Vorige Volgende