Dietsche Warande en Belfort 129ste jaargang nummer 4 mei 1984
Verantwoording
Is het al zo moeilijk om in welgekozen bewoordingen een aanvaardbare definitie te geven van andere kunstvormen, dan blijkt zulks dubbel moeilijk te zijn voor de kunst van het woord, de literatuur. Een onoverzichtelijk aantal studies en boeken heeft al wel pogingen ondernomen, evenwel zonder veel resultaat. Toch praat en schrijft men over het algemeen over literatuur alsof het begrip wetenschappelijk omschreven is. Literaire overzichten en leerboeken hebben bijvoorbeeld wel aandacht voor toneelliteratuur, maar niet voor een moderner genre als het scenario. De ridderroman van vroeger en het klassieke avonturenverhaal komen erin voor, maar hun wettige afstammelingen, de thriller en het SF-verhaal van vandaag niet. Gebrek aan kwaliteit van die en andere genres? Het is precies de bedoeling van dit themanummer om aan die vraag enige aandacht te besteden en een aantal vooroordelen weg te werken.
Dat is niet altijd eenvoudig. De jeugdliteratuur bijvoorbeeld heeft wel heel lang in het verdomhoekje moeten zitten eer men ze op haar waarde is gaan beoordelen. Zangers en cabaretiers worden enkel tot het literaire paradijs toegelaten als ze ook wel eens een heuse dichtbundel of een verhaal publiceerden. Pulp krijgt weliswaar steeds meer belangstelling, maar vooralsnog enkel van historici en sociologen die er boeiende tijdsdocumenten in ontdekken.
Het is betreurenswaardig dat men ook in de literatuur nog steeds geneigd is om te discrimineren op basis van het genre. De roman zou niet mogen vergeten dat hij van bescheiden afkomst is, ooit werd beschouwd als een minderwaardig literair genre.
Overigens kunnen alle genres die hier aan bod komen adelbrieven voorleggen. Poe, Dickens, Collins behoren tot de grondleggers van het detectiveverhaal, en schrijvers als William Faulkner en Ernest Hemingway, André Gide ook, waren grote bewonderaars van het werk van Dashiel Hammett. Poe staat eveneens aan de wieg van de SF-literatuur en schrijvers als Henry Michaux, André Breton, Stephane Mallarmé en Michel Butor waren bewonderaars van Jules Verne. Zelfs het zo lang verfoeide en verguisde stripgenre mag er prat op gaan dat Goethe en Gustave