maal de Driejaarlijkse Staatsprijs, voor poëzie in 1942, voor toneel in 1949 en werk van zijn hand werd in verscheidene talen omgezet. Het is evenwel een kenmerk van de menselijkste mensen met een gevoel van onbevredigdheid over hun bereikte resultaten te oordelen en dat is het wat tot het schrijven van De grootmoedige geïnspireerd heeft. Paul Stelborg, het hoofdpersonage uit de roman, heeft een ongelukkig huwelijksleven achter de rug. Zijn vrouw Lucie is driemaal in verwachting geweest en telkens weer is die zwangerschap op het verlies van een onvoldragen vrucht geëindigd.
Hij weet het niet zeker, maar wil aannemen dat hij er lichamelijk schuld aan heeft. Daarom zet hij er uit grootmoedigheid Lucie toe aan met een gezonde man overspel te bedrijven. Zij weigert eerst daarop in te gaan en verlaat de echtelijke woning om zich in Frankrijk te vestigen, waar zij kennis maakt met een Engelse officier. Als blijkt dat zij een kind van die man draagt, keert zij bij Stelborg terug en ‘op voorwaarde dat ook de buitenwereld niets weet’ neemt hij haar weer aan. Merkwaardig voor zijn karakter en levensopvatting is wel dat hij eraan toevoegt: ‘Ik zet mij nu eenmaal gemakkelijker heen over feiten dan over normen.’ (81)
Toch kunnen zij mekaar niet meer de genegenheid van vroeger toedragen, omdat zij de eerbied voor elkander die een essentiële voorwaarde tot een blijvende liefde is, verloren hebben. Als Anne Lucies kind acht jaar oud is sterft het, naar de lijkschouwing uitwijst aan een ziekte die in de familie van zijn moeder erfelijk was. Lucie, die het waarschijnlijk gevreesd had, kan tegen het verdriet niet op en pleegt zelfmoord, door met een pop van Anne in haar armen uit een raam te pletter te springen. Er volgen nog enige regels tot slot van het verhaal. Stelborg zal ondanks alles ‘standhouden. Werken. Met het beeld van Anne in zijn ziel. Want een dood is enkel waarlijk dood indien er niets uit geboren wordt.’
Bij de lezer rijzen vragen naar de zingeving van een offer zonder beloning, niet zo zeer voor de eenling als voor de mensheid in haar geheel. Wij kennen het antwoord van De Vigny en Spengler. ‘Als de soldaat van Pompeji op een verloren post blijven staan. Dat is grootheid, dat is ras hebben’, zegt Spengler. ‘Souffre et meurs sans parler’, zegt De Vigny tot slot van La Mort du Loup. Zowel van de ene als van de andere komt die stoïsche verheerlijking van de heldhaftigheid zonder vrucht uit het Griekse en Oudgermaanse pessimisme over het noodlot van de mens. Technische vooruitgang, verbetering van de levensvoorwaarden, opheffing van de sociale ongelijkheid, verdiept commentaar bij wijsgerige denkbeelden zijn mogelijk, maar geen bestendige gelukstoestand die de