Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 127

[p. 423]

Willy Vanhaelewyn / De rivier

1.

Die het donker van onderaardse grotten er onder
houdt, van alle dorpen en verdronkenen verzwegen
in zwaar water meer dan de herinnering bewaart, zonder

andere wapens gaat hij als uiteindelijke vrede de wegen
die hij baant in laagland. Geen wonder
dat hij spreidt deze evenredige verdeling van zegen.

2.

Van gaasvlieg waterkliever en een vallend blad
vluchtig in zijn huid maar zeer duidelijk raken
hem graffiti. In reliëf en elk afzonderlijk gevat

en weer verdwijnend achter glanzend zachte kaken
alsof hij telkens minuskule schietgebeden bad
om de stilte meer nadrukkelijk te maken.

3.

Geen wering kent hij, duidelijk geluid wordt voortgeplant.
Geen wildgroei laat hij toe. Uitverkoren
zijn de enkelingen in de prauwen en aan land,

onzichtbaar, uit elkaar geweken, maar zo goed te horen
boven houten spanen uit het water die ontsporen,
van de vissers heldere stemmen van de overkant.