Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 127(1982)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 414] [p. 414] Miriam Van hee / Gedichten voor R. vaak heb ik gedacht dat jij het was voor wie de deuren langzaam en vanzelfsprekend opengingen dat jouw stap zich in het trapportaal verschool vaker nog heb ik je gemist als de avonden langer werden de kinderen al diep in een oeverloze slaap geborgen en enkel de wind nog verwoed doorging met het uitkleden van de populieren als wij in bed lagen en het wezen van de dag ons was ontglipt [pagina 415] [p. 415] het ligt reeds achter ons het ademen is reeds andere kanten uit de zeldzame auto's ruisend over de weg en hoe het licht viel over de schrijftafel hoe wij op de tram de oude straten overdeden en 's nachts, hoe onze koude handen de grenzen van de liefde platstreken in de lakens het ligt reeds achter ons en evenmin te achterhalen als de geur van de wind in kleine badsteden waar wij eens als toegewijde gasten het komen en afvaren van de schepen gadesloegen [pagina 416] [p. 416] dit samenzijn - zoveel ervan is nooit op de foto geraakt vergeten zullen wij straks deze winter dit huis dat eens herbergzamer was, lichter, als door sneeuw omgeven en met de geur van pas gestreken linnen en wat is er nog van de handen die tussen ons het leven begaanbaar maakten het slapengaan vanzelfsprekend? van de brieven o als weergevonden geld gekoesterd van hand tot hand onze lichamen bewonderd betast als nieuwe boeken wat is er nog van de stemmen dan wat benauwend kuchen wat telefoongeruis en van de handen wit en vermagerd de vingers aan een theeglas vastgekleefd als konden zij daar warm van worden Vorige Volgende